Afval

Tweede convenant Verpakkingen, 1998-2001

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Verpakkings-   Hoeveelheid op de   Hergebruikte   Hergebruikpercentage Doel-
materiaal   marktgebrachte   verpakkingen     stelling
    verpakkingen         2001
    1998 1999 2000 2001   1998 1999 2000 2001   1998 1999 2000 2001  
                                 
    miljoen kg               %        
Papier/karton   1 336 1 402 1 311 1 362   931 999 930 898   70 71 71 66 85
Glas   490 495 494 510   385 397 396 400   79 80 80 78 90
Metalen   236 217 220 216   188 169 172 168   79 78 78 78 80
Kunststoffen   500 479 458 494   71 85 105 120   14 18 23 24 27
Nuttige toepassing kunststoffen1)              

18

46

72

   

4

10

15

8

                                 
Subtotaal   2 562 2 592 2 483 2 582   1 575 1 650 1 603 1 586   61 64 65 61 65
                                 
Hout   379 477 420 398   86 113 104 108   23 24 25 27 15
                                 
Bron: Commissie Verpakkingen.                   RIVM/MC/okt02
1) Nuttige toepassing als brandstof; de hoeveelheid is niet meegerekend in het subtotaal omdat de hergebruikdoelstellingen voor papier, glas, metalen en kunststoffen en voor het totaal van deze materialen (65%) betrekking hebben op materiaalhergebruik. Voor kunststoffen geldt een additionele inspanningsverplichting van 8% nuttige toepassing.

Beleid

De belangrijkste doelstelling in het convenant Verpakkingen II is dat in 2001 maximaal 940 miljoen kg verpakkingsafval mag worden verbrand of gestort. In 2001 werd 924 miljoen kg verbrand of gestort (het verschil van de hoeveelheid op de markt gebrachte verpakkingen en de hoeveelheid hergebruikte verpakkingen, inclusief de hoeveelheid nuttig toegepaste kunststoffen), zodat aan deze doelstelling is voldaan. Aan de preventieverplichting van 10% ten opzichte van 1986 is in 2001 ruimschoots voldaan. Het totaalpercentage voor materiaalhergebruik (exclusief hout) bedraagt in 2001 61% en ligt vier procentpunten onder de hergebruikverplichting van 65% in 2001. Ook bij de afzonderlijke materialen papier/karton, glas, metalen en kunststoffen zijn de doelstellingen voor materiaalhergebruik niet gehaald. De commissie Verpakkingen merkt in haar jaarverslag over 2001 echter op dat bij papier/karton en kunststoffen het hergebruik niet volledig gemeten wordt. Het werkelijke percentage hergebruik kan daardoor iets hoger liggen. De doelstelling voor het hergebruik van houten verpakkingen is ruim gehaald. Voor kunststof verpakkingen is in het convenant een inspanningsverplichting opgenomen om te komen tot 8% extra hergebruik/nuttige toepassing. Hieraan wordt ruimschoots voldaan doordat 15% van de op de markt gebrachte kunststof verpakkingen als brandstof wordt toegepast in cementovens of kolencentrales.

Ontwikkeling

Verwacht wordt dat de overheid en het bedrijfsleven eind 2002 het convenant Verpakkingen III zullen tekenen. De belangrijkste doelstelling in het ontwerp-convenant is dat in 2005 niet meer dan 850 miljoen kg verpakkingsafval verbrand of gestort wordt. Het totale percentage nuttige toepassing zal moeten toenemen naar 73%, waarvan 70% materiaalhergebruik. Verder stellen de partijen een plan van aanpak op dat ertoe moet leiden dat in de toekomst de doelstellingen voor het beheer van verpakkingen geïntegreerd kunnen worden in het productenbeleid. In het ontwerp convenant is een deelconvenant zwerfafval opgenomen.

Referenties

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2002). Tweede convenant Verpakkingen, 1998-2001 (indicator 0398, versie 03 , 18 oktober 2002 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.