Huishoudens en milieubelastingen, 1990-2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Een gemiddeld huishouden betaalt steeds meer aan milieubelastingen. Vooral de betalingen aan accijns op motorbrandstoffen, de motorrijtuigenbelasting en de energiebelasting zijn de laatste 20 jaar fors gestegen.

Kosten milieubelastingen voor huishoudens sinds 2010 gedaald

Huishoudens betalen ruim de helft van alle milieubelastingen. Een gemiddeld huishouden betaalt in 2012 ruim 1 400, vooral in de vorm van de accijns op benzine en diesel, motorrijtuigenbelasting, BPM en de energiebelasting. In 2012 betaalden huishoudens bijna 6 procent minder aan milieubelastingen als het jaar daarvoor.

Driekwart van de milieuheffingen betaald door huishoudens

Wat betreft de milieuheffingen betalen huishoudens een nog groter aandeel, namelijk 76 procent van alle milieuheffingen. Voor een gemiddeld huishouden bedroeg de bijdrage aan milieuheffingen in 2012 ongeveer 468 euro.
Sinds 1990 zijn de kosten voor een gemiddeld gezin aan milieubelastingen en heffingen met 145 procent gestegen. In totaal geven huishoudens in 2012 bijna 1 900 minder dan 2 duizend euro uit aan milieubelastingen en milieuheffingen.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Milieurekeningen: Huishoudens en milieubelasting
Omschrijving
De totale betalingen van huishoudens aan milieubelastingen en -heffingen.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De totale betalingen van huishoudens aan respectievelijk de milieubelastingen en milieuheffingen zijn ontleend aan de nationale rekeningen. De totalen zijn gedeeld door het aantal huishoudens om de bijdrage van een gemiddeld huishouden te berekenen.
De milieurekeningen worden opgesteld volgens de concepten en definities van de nationale rekeningen. Voor de fysieke materiaalstromen betekent dit dat alle stromen worden beschreven die direct zijn gerelateerd aan de Nederlandse economie. De materiaalstromen worden geregistreerd voor de afzonderlijke economische activiteiten op de plek waar deze daadwerkelijk plaatsvinden (het zogenaamde 'ingezetenenprincipe'). Bijvoorbeeld worden de luchtverontreinigende emissies door Nederlandse transporteurs voor Nederland meegenomen en de emissies voor buitenlandse voertuigen binnen het Nederlandse grondgebied niet worden meegenomen. Dit in tegenstelling tot de overige gegevens in het Milieu- en Natuurcompendium, waar wordt uitgegaan van het 'grondgebiedprincipe'.
Meer informatie op de CBS website: Milieurekeningen, methoden.
Meer informatie: zie CBS (2013). Environmental accounts of the Netherlands 2010. CBS, Den Haag/Heerlen: Hoofdstuk 11.
Basistabel
Zie MNC-indicator Milieurekeningen: emissies en afval door de Nederlandse economie in 2020
Voor meer informatie over de groene en milieubelastingen: CBS (2011). Environmental accounts of the Netherlands 2012. CBS, Den Haag/Heerlen: Hoofdstuk 8.
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Bedrijfstakken per SBI, vier groene belastingen; vier milieuheffingen.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
CBS (2013). Environmental accounts of the Netherlands 2012. CBS, Den Haag/Heerlen.
Zie ook de MNC-indicator Milieurekeningen: methodologie
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
15
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
06
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Huishoudens en milieubelastingen, 1990-2012 (indicator 0543, versie 06,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.