Afval van huishoudens, 1985-2007

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In de jaren negentig groeit de hoeveelheid afval van huishoudens ieder jaar sterk. Vanaf 2000 neemt de hoeveelheid nog wel toe, maar in mindere mate.

 Totaalw.v.   
  Gemengd Gemengd Gescheiden ingezameld
  huishoudelijkgrofafval; door of in opdracht van
  afvalhuisafval 1)Gemeenten Overigen 2)
      
 miljoen kg   
      
19855 3754 665 3) 715.
19875 8905 105 3) 785.
19896 3305 385 3) 950.
19916 7854 3858601 47075
19937 1654 0058502 23575
      
19947 2303 6508552 65075
19957 3203 4308103 00075
19967 5553 4807253 27085
19977 9453 5507753 52590
19988 0603 6507703 57570
      
19998 3903 8157853 71575
20008 6503 9358453 79575
20018 7103 9608503 82575
20028 8603 9408204 01095
20038 8103 9007954 010105
      
20049 0853 9357904 250110
20059 1153 9608104 245110
20069 1303 9608054 250115
20079 2403 9657804 40590
      
Bron: CBS; RIVM.  CBS/MNC/dec08/0140
1) Inclusief niet gescheiden ingezameld verbouwingsafval.
2) Betreft oud papier en karton en wit- en bruingoed dat buiten de gemeenten om is verzameld door derden.
3) Inclusief gemengd grof huisafval.

Totale hoeveelheid huishoudelijk afval groeit nog licht

Na een periode waarin de totale hoeveelheid afval van huishoudens ieder jaar toeneemt, is er na 2000 sprake van een afvlakking van de groei. In 2003 daalt de totale hoeveelheid huishoudelijk afval zelfs licht ten opzichte van het jaar ervoor. Deze daling heeft zich in de jaren daarna niet doorgezet. Vanaf 2004 neemt de hoeveelheid weer iets toe.

Scheiding huishoudelijk afval stabiliseert zich

De hoeveelheid gescheiden ingezameld huishoudelijk afval neemt in de jaren negentig fors toe. Dit is vooral toe te schrijven aan de gescheiden inzameling van GFT-afval die begin jaren negentig op gang komt. Vanaf 2000 neemt de omvang van de gescheiden inzameling nog steeds toe maar wel minder sterk als in de voorafgaande periode. In 2007 is iets meer huishoudelijk afval gescheiden ingezameld dan het jaar daarvoor.

Beleid

De gescheiden inzameling van afvalcomponenten heeft als doel het hergebruik van afval te bevorderen. Hiermee tracht de overheid de hoeveelheid afval, die moet worden verbrand of gestort, te verminderen.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Afval van huishoudens.
Omschrijving
Het afval van huishoudens, verdeeld naar gemengd ingezameld afval, grof gemengd ingezameld afval en gescheiden ingezameld afval. Het gescheiden ingezamelde afval is verdeeld naar inzamelende instantie (gemeenten, overig).
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Berekeningswijze
Definities van de genoemde afvalstromen en informatie over de wijze waarop bovenstaande gegevens tot stand zijn gekomen zijn te vinden in het artikel Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004).
Geografische verdeling
Nederland.
Andere variabelen
Er zijn gegevens over de diverse afvalstromen, de wijze van inzameling en de inzamelende instantie. De gegevens zijn beschikbaar voor Nederland, per provincie, per gemeente, naar mate van stedelijkheid van de gemeenten en naar grootte van de gemeenten.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks.
Achtergrondliteratuur
Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004).
Gescheiden afvalinzameling stagneert. Webmagazine, 18 juli 2007 (CBS, 2007).
Opmerking
De gegevens over huishoudelijk afval in het Milieu- en Natuurcompendium wijken af van die het CBS publiceert in de databank StatLine (CBS, 2008). Dit verschil komt door:
- Het afval dat door derden is ingezameld: dit afval (vooral wit- en bruingoed dat via de detailhandel is ingezameld en oud papier en karton) is wel in het Milieu- en Natuurcompendium inbegrepen maar niet in de cijfers in de StatLine-publicatie.
- Het verbouwingsafval (onder andere puin, hout, metalen en vlakglas).

Al het door gemeenten ingezamelde verbouwingsafval wordt meegeteld in de StatLine-publicatie. Voor het bepalen van de cijfers in het Milieu- en Natuurcompendium is maar een deel van dit verbouwingsafval toegedeeld aan het afval van huishoudens. Reden daarvoor is dat een deel van dit afval eigenlijk bedrijfsafval is, vooral afkomstig van aannemersbedrijven. In het verleden is tussen het RIVM en CBS afgesproken dat 50 procent van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval wordt toegerekend. In het onderzoek over 2003 is navraag gedaan naar het acceptatiebeleid van verbouwingsafval van bedrijven door gemeenten. Daaruit bleek dat gemiddeld ongeveer 15 procent van het door de gemeenten ingezameld verbouwingsafval afkomstig is van bedrijven. Dit is beduidend minder dan de 50 procent die tot nu toe werd gehanteerd. Gezien dit verschil is in overleg tussen het Ministerie van VROM, Uitvoering Afvalbeheer en het CBS afgesproken om met terugwerkende kracht dit percentage te laten zakken van 50 naar 15 procent. Voor 2000 en eerder wordt het oude percentage van 50 procent gehanteerd. In 2001, 2002 en 2003 daalt dit percentage naar respectievelijk 40, 30 en 20 procent. Voor 2004 en later wordt 15 procent van het verbouwingsafval niet aan het huishoudelijk afval toegerekend.
Betrouwbaarheidscodering
B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
38
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
37
versie‎
36
versie‎
35
versie‎
34
versie‎
33
versie‎
32
versie‎
31
versie‎
30
versie‎
29
versie‎
28
versie‎
27
versie‎
26
versie‎
25
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Afval van huishoudens, 1985-2007 (indicator 0140, versie 15,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.