Emissies broeikasgassen, 1990-2017

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2017 was de uitstoot van broeikasgassen 1,1 procent lager dan in 2016, een daling van 2,1 Mton CO2-equivalenten. De uitstoot in 2017 was 13 procent lager dan in 1990.

Daling van emissie broeikasgassen in 2017

De emissie van broeikasgassen is in 2017 afgenomen met 2,1 Mton CO2-eq (1,1 procent) van 195,8 naar 193,7 Mton CO2-eq. ten opzichte van 2016.
Deze daling komt vooral door de afname van de CO2-emissie. De overige broeikasgassen zijn licht gedaald.
In 2017 is de uitstoot van CO2 ten opzichte van 2016 met bijna 2 Mton afgenomen tot 164,9 Mton. De daling komt vooral doordat er minder steenkool en meer aardgas is ingezet voor de elektriciteitsproductie.
De totale uitstoot van de CH4 (methaan) is in 2017 ten opzichte van 2016 met 13 kton afgenomen. Deze afname wordt voor 8 kton veroorzaakt door een verdere afname van de CH4 (methaan) emissie uit stortplaatsen. Daarnaast heeft er een reductie van 5 kton, met name bij de distributie van aardgas, plaatsgevonden in de Energiesector.
Ten opzichte van 2016 is de uitstoot van N2O (distikstofoxide, ook wel lachgas genoemd) in 2017 met 3 procent (0,8 kton) toegenomen. Ondanks een afname van de dieraantallen steeg de emissie in de landbouwsector met 0,5 kton door een toename van het stikstof gehalte in de mest. In de chemische industrie steeg de emissie met 0.3 kton door een hogere productie van caprolactam.
De uitstoot van fluorhoudende gassen (HFKs, PFKs, SF6) is in 2017 ten opzichte van 2016 licht gedaald van 2,1 naar 2,0 Mton CO2-eq.
Door maatregelen bij de productie van halfgeleiders zijn de PFK emissies in 2017 gehalveerd ten opzichte van 2016.

Wat is de trend in 2017 ten opzichte van 1990 per broeikasgas?

De uitstoot van CO2 was in 2017 1 procent hoger dan in 1990, terwijl de sectoren die deze uitstoot veroorzaken steeds omvangrijker zijn geworden. De CO2 emissie is niet meegestegen met de groei van deze sectoren. Deze vermeden emissies zijn het gevolg van onder andere:
-verhoging rendement elektriciteitscentrales;
-energiebesparingsmaatregelen binnen de industrie;
-meer elektriciteitsproductie uit wind;
-minder gebruik fossiele brandstof per afgelegde kilometer;
-betere isolatie en een grotere inzet van hoogrendementsketels in woningen
en bedrijfsgebouwen.
De fluctuaties in de emissie van CO2 worden sterk bepaald door:
- de temperatuur in de wintermaanden in verband met de verwarming van
woningen, gebouwen en de kassen.
- de hoeveelheid elektriciteit die in een jaar wordt geproduceerd in Nederland;
deze is vooral afhankelijk van marktomstandigheden; Als die minder gunstig
zijn, zoals in de periode 2010-2013, dan wordt er minder geproduceerd en
meer geimporteerd (vooral vanuit Duitsland).
- de inzet van steenkool in de elektriciteitscentrales; vooral in 2014 en 2015
zien we een toename hiervan.

Met een totale uitstoot van 721 kton in 2017 is de uitstoot van CH4 ten opzichte van 1990 (1.274 kton) met 43 procent (553 kton) gedaald.
Het grootste deel van deze daling, 440 kton, is het gevolg van de reguliere afname van emissies uit stortplaatsen (sector afvalverwijdering). Daarnaast heeft er ook een daling van 49 kton plaatsgevonden in de landbouwsector en 54 kton in de energiesector. De daling in de landbouwsector wordt met name veroorzaakt door een afname van de dieraantallen en minder gebruik van dierlijke mest. Na 2006 is de daling in de landbouwsector omgeslagen in een lichte stijging door vooral een toename van de dieraantallen. In de energiesector zijn door het nemen van maatregelen de emissies als gevolg van het afblazen van ruw aardgas bij de olie- en gaswinning afgenomen.

De uitstoot van N2O in 2017 ten opzichte van 1990 met ongeveer 52 procent gedaald tot 29 kton. Deze daling van de uitstoot van N2O is gerealiseerd in de chemische industrie (-19 kton) en de landbouwsector (-13 kton). De afname van de uitstoot in de chemische industrie is het gevolg van N2O-reductiemaatregelen bij de productie van salpeterzuur in 2006 en 2007. De daling in de landbouwsector kent verschillende oorzaken te weten: afname van dieraantallen, minder gebruik van zowel kunstmest als dierlijke mest en een lagere N-uitstoot per dier door een lager N-gehalte in het voer. De laatste jaren is de emissie omgeslagen in een lichte stijging door vooral een toename van de dieraantallen.

In 2017 is de totale uitstoot van F-gassen ten opzichte van 1990 met 76 procent gedaald tot 2,0 Mton CO2-eq. Hiervan is 1,8 Mton CO2-eq afkomstig van HFK's, 0,08 Mton CO2-eq van PFK's en 0,13 Mton CO2-eq van SF6.
De afname van de uitstoot van F-gassen is vooral het gevolg van reductiemaatregelen die getroffen zijn in het kader van het Reductieplan Overige Broeikasgassen.

Wijzigingen reeksen 1990-2017 ten opzichte van de reeksen 1990-2016.
Vanwege door het CBS aangebrachte correcties is het aardgasverbruik door de chemische industrie voor de periode 2012-2017 naar boven toe bijgesteld. Dit heeft ook geleid tot correcties van de CO2 uitstoot in dezelfde periode(zie tabel hieronder).

Jaar Correctie CO2 uitstoot
2012 + 0,9 Mton
2013 + 1,0 Mton
2014 + 1,3 Mton
2015 + 1,6 Mton
2016 + 1,3 Mton


Door toevoeging van een tot nog toe onbekende bron is de N2O emissie vanj de Chemische industrie voor de gehele reeks naar boven toe bijgesteld. Dit heeft geresulteerd in een stijging van de N2O emissie van 0,24 Mton CO2-eq in 1990 en circa 0,4 Mton CO2-eq in 2016.
Een methodewijziging bij de bepaling van HFK emissies door het gebruik van HFK's in Stationaire koeling heeft geleid tot nieuwe HFK emissies (minus 0,4 - 0,6 Mton CO2-eq).voor de periode 2013-2016.

Doelstellingen Nederland

Volgens het Kyoto Protocol moest Nederland in de periode 2008-2012 de uitstoot van broeikasgassen met gemiddeld 6 procent verlagen ten opzichte van het Kyoto-basisjaar (een optelling van de CO2-equivalenten van koolstofdioxide, lachgas en methaan in 1990 en die van de fluorhoudende gassen in 1995).
De uitstoot in dit basisjaar was destijds vastgesteld op 213,2 Mton CO2-equivalenten. Het cijfer voor de gemiddelde uitstoot over 2008-2012 kwam destijds uit op 199,5 Mton CO2-equivalenten. Dat is een afname van 6,4 procent ten opzichte van het basisjaar.
In 2013 spande Urgenda een rechtszaak aan tegen de Nederlandse Staat. Urgenda wilde dat er in 2020 40% minder CO2-uitstoot zou zijn dan in 1990. In 2015 deed de rechter uitspraak: de uitstoot van broeikasgassen moet in 2020 minstens 25% lager zijn dan in 1990. De Staat ging daartegen in hoger beroep. Op 9 oktober 2018 heeft het Hof Den Haag het vonnis van de rechtbank Den Haag inzake stichting Urgenda, in samenwerking met honderden mede-eisers, tegen de Nederlandse Staat bekrachtigd.
Naar aanleiding van het klimaatverdrag van Parijs heeft de Europese Unie namens alle lidstaten harde toezeggingen gedaan om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 40 procent te verminderen ten opzichte van 1990. Die toezegging is winst, maar onvoldoende om de doelstellingen van 2 graden Celsius te halen, laat staan de ambitie van 1,5 graad Celsius. Daar is meer voor nodig.
We leggen daarom de lat hoger dan de toezegging die de EU gedaan heeft. In Nederland gaan we maatregelen nemen die ons voorbereiden op een reductie van 49 procent in 2030.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Emissies naar lucht

Omschrijving

Emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en de F-gassen perfluorkoolwaterstoffen (PFK's, HFK's) en zwavelhexafluoride (SF6)

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek, in samenwerking in de Emissieregistratie (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Deltares, Lelystad, Landbouw-Economisch Instituut, Den Haag, Alterra, Wageningen Universiteit-Alterra, Rijkswaterstaat-Leefomgeving, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, TNO).

Berekeningswijze

De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-guidelines 2006. 
Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie

Basistabel

Alle data opvraagbaar op Emissieregistratie
Verder:
CBS-StatLine: IPCC-emissies naar lucht

Geografische verdeling

Nederland, provincie, postcode, 5*5 km2 (kaart)

Andere variabelen

Belasting oppervlaktewater, bodem-emissies, emissies oppervlaktewater, lucht-emissies, lucht-emissies volgens IPCC. 
In totaal circa 300 stoffen. 
Circa 1600 emissie-oorzaken en circa 1000 (individuele) puntbronnen

Verschijningsfrequentie

In maart definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1

Achtergrondliteratuur

Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten
Begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst

Opmerking

1 Mton = 1 miljard kg. 
De emissies van methaan uit stortplaatsen zijn voor de periode 1990-2014 naar beneden bijgesteld. In 1990 resulteerde dit in een daling van 0,6 Mton CO2-equivalenten.

Betrouwbaarheidscodering

C (Gemiddeld; afhankelijk van emissieoorzaak en stof)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
42
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
41
versie‎
40
versie‎
39
versie‎
38
versie‎
37
versie‎
36
versie‎
35
versie‎
34
versie‎
33
versie‎
33
versie‎
32
versie‎
31
versie‎
30
versie‎
29
versie‎
28
versie‎
27
versie‎
26
versie‎
25
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
13
versie‎
11
versie‎
09
versie‎
06
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Emissies broeikasgassen, 1990-2017 (indicator 0165, versie 34,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.