Vermestende depositie, 1990-2017

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De depositie van vermestende stoffen bedroeg in 2017, gemiddeld over Nederland ruim 1600 mol stikstof per ha. Hiermee is de depositie sinds 1990 met ca. 40 procent afgenomen.

Landelijk beeld in 2017

Regionaal komen grote verschillen voor in de vermestende depositie. In de Gelderse Vallei en de Peel komen deposities voor van ca. 4.000 mol stikstof per hectare per jaar. Dat komt door de hoge lokale ammoniakuitstoot van de intensieve veehouderij. Ammoniak (NH3) komt op lage hoogtes vrij en deponeert snel. Deze combinatie zorgt ervoor dat relatief veel NH3 dicht bij de bron neerkomt. De hoge emissie van stikstofoxiden (NOx) in en nabij grote steden is de oorzaak van de hogere depositie in die gebieden.

Ruim 60% van de depositie is afkomstig uit Nederlandse bronnen. De Nederlandse landbouw levert met 42% de grootste bijdrage aan de vermestende depositie in Nederland. Zie ook Herkomst stikstofdepositie, 2022.

 

Trend

De landelijk gemiddelde stikstofdepositie, ook wel vermestende depositie genoemd, bedroeg in 1990 ruim 2700 mol stikstof per hectare. De stikstofdepositie is sindsdien geleidelijk gedaald tot het huidige niveau van ruim 1600 mol/ha. Door meteorologische omstandigheden kunnen van jaar tot jaar variaties in de depositie optreden in de orde van grootte van 10%.
De daling in stikstofdepositie op lange termijn (1990-2017) is het gevolg van lagere emissies van zowel stikstofoxiden als van ammoniak.

  • De emissie van stikstofoxiden in Nederland daalde sinds 1990 met 61% (zie Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2021). Deze daling is het resultaat van maatregelen bij het verkeer (o.a. invoering katalysator), bij de industrie en in de energiesector.
  • De NH3 emissie in Nederland is sinds 1990 met 62% gedaald (zie Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2021). Deze emissiedaling is het gevolg van maatregelen zoals verbeterde voersamenstelling, het gebruik van emissiearme stallen, het afdekken van mestsilo's en het direct onderwerken van mest bij de aanwending.
  • Bovendien zijn de buitenlandse emissies van ammoniak en vooral stikstofoxiden in dezelfde periode afgenomen.
  • De gemiddelde stikstofdepositie op het land is de laatste jaren gestabiliseerd. Dit komt vooral doordat de depositie van gereduceerd stikstof niet verder is gedaald.


Voor verschillende ecosystemen is de depositie hoger dan de kritische niveaus voor een goede natuurkwaliteit. De mate van overschrijding van de kritische depositiewaarden is te vinden onder Overschrijding kritische stikstofdepositie en Milieudruk door stikstofdepositie op landnatuur, 1994-2021
Voor meer gedetailleerde informatie over de ontwikkeling van de emissies van vermestende stoffen in Nederland zie Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2021.
Voor informatie over het beleid op het terrein van verzurende stoffen zie de indicator Vermesting en verzuring: beleid.

Voor informatie over de effecten van verzurende stoffen zie de indicator Vermesting en verzuring: oorzaken en effecten.

 

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Vermestende depositie
Omschrijving
Vermestende depositie in Nederland per 1 x 1 km.
Verantwoordelijk instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Berekeningswijze
Zie rapportage over de uitkomsten van de GCN-berekeningen. De trendreeks wordt jaarlijks uitgebreid met een extra punt (jaar) welke bepaald wordt in het kader van de actualisatie van de grootschalige concentratie- en depositiekaarten. Kalibratie aan de hand van metingen voorkomt inconsistenties in de trendreeks. Voor de periodes 1990 - 2004 (OPSv433) en 2005 - 2017 (OPSv452) zijn herberekeningen uitgevoerd met vaste modelversie en een consistente emissieset.
Basistabel
Gegevens Luchtkwaliteit portaal (GELUK) van het Centrum voor Milieumonitoring van het RIVM
Geografische verdeling
De kaart en de trend zijn gebaseerd op de uitkomsten van de meest recente GCN-berekeningen.
Andere variabelen
Zuurdepositie
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland. Rapportage 2018. (Velders et al., 2018; zie bij 'Referenties').
Opmerking
De rekenmethodiek is gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten.
Betrouwbaarheidscodering
Kaart: C (Schatting met modelberekeningen, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd). Trend 1990-2017: C (Schatting met modelberekeningen, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
20
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Vermestende depositie, 1990-2017 (indicator 0189, versie 17,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.