Klimaatverandering

Meteorologische gegevens, 1990-2002

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Nederland heeft een zeeklimaat, gekenmerkt door zachte winters, koele zomers en neerslag gedurende het gehele jaar. De gemiddelde luchtverplaatsing is uit het zuidwesten.

  Eenheid 1971/2000 1990 1995 2000 2001 2002
             
Dagen met neerslag aantal dagen 131 124 125 158 157 139
  >= 1,0 mm            
Sneeuwdagen aantal dagen 25 15 40 12 32 5
Droge dagen aantal dagen 109 127 131 91 105 134
Zonloze dagen aantal dagen 76 66 43 55 56 51
Dagen met mist aantal dagen 65 46 58 45 50 93
             
Zonneschijn uren 1 524 1 622 1 814 1 515 1 623 1 688
Globale straling 1) kJ/cm2 347 366 366 338 359 362
Neerslag mm 827 764 798 975 1091 988
Verdamping mm 543 583 590 541 571 574
Relatieve vochtigheid % 82 79 83 84 84 83
             
IJsdagen (max. temp <0,0oC) aantal dagen 8 0 12 2 3 6
Vorstdagen (min. temp <0,0oC) aantal dagen 58 33 61 35 66 40
Zomerse dagen (max. temp >=25,0oC) aantal dagen 22 32 41 22 24 18
Tropische dagen (max. temp >=30,0oC) aantal dagen 3 3 11 2 6 4
             
Gemiddelde van:            
- Uurwaarnemingen (gehele jaar) oC 9,8 11,1 10,4 10,9 10,4 10,8
- Winter (1 dec.-28/29 febr.) oC 3,3 6,0 5,3 5,0 4,1 4,8
- Zomer (1 juni-31 aug.) oC 16,6 16,8 18,2 16,3 17,4 17,6
Gemiddelde van dagelijkse minima in de winter (1 dec.-28/29 febr.) oC 0,4 3,2 2,3 2,1 1,3 1,7
Gemiddelde van dagelijkse maxima in de zomer (1 juni-31 aug.) oC 21,4 21,9 23,4 21,1 22,4 22,3
Aantal graaddagen 2) aantal graden 3 075 2 677 2 916 2 659 2 880 2 720
               
Bron: KNMI (2003a, 2003b). CBS/MC/mei03
N.B. Alle gegevens hebben betrekking op De Bilt.
1) De op het aardoppervlak invallende zonnestraling.
2) Het aantal graden beneden de stookgrens (=18oC), uitgaande van de gemiddelde dagtemperatuur in De Bilt.

Interactie klimaat en milieu

Nederland heeft een zeeklimaat, gekenmerkt door zachte winters, koele zomers en neerslag gedurende het gehele jaar. De gemiddelde luchtverplaatsing is uit het zuidwesten. Weersomstandigheden hebben soms directe gevolgen voor het milieu. Enkele voorbeelden zijn:

Het milieu heeft daarentegen ook invloed op het weer. De toename van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer zal tot een leiden.

Toelichting

Het aantal graaddagen is een maat voor het aantal dagen dat ruimtes voor wonen en werken worden verwarmd. Deze gegevens worden gebruikt voor de berekening van de Verschillen tussen CO2-emissietotalen verklaard, 1990-2021 van CO2.

Referenties

  • KNMI (2003a). Maandoverzicht van het weer in Nederland. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, De Bilt.
  • KNMI (2003b). Maandoverzicht neerslag en verdamping in Nederland. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, De Bilt.
  • KNMI (2003c). Klimaatatlas van Nederland, normaalperiode 1971-2000. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, De Bilt.

Relevante informatie

  • Meer gegevens over het klimaat zijn te vinden bij het KNMI.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2003). Meteorologische gegevens, 1990-2002 (indicator 0004, versie 04 , 9 mei 2003 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.