Landbouw en milieu

Emissies naar lucht door de land- en tuinbouw, 1990-2009

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De land- en tuinbouw levert een grote bijdrage aan de totale emissies van ammoniak, methaan, distikstofoxide en fijn stof. Vooral de emissie van ammoniak is sinds 1990 aanzienlijk afgenomen.

De emissies naar de lucht afgenomen

Van alle in de tabellen opgenomen stoffen is de emissie naar de lucht in de periode 1990-2009 afgenomen. Bij NH3 heeft dit vooral te maken met maatregelen bij landbouwbedrijven bij verbeterde afdekking en toepassing van dierlijke mest. In 2003 nam tevens het aantal dieren sterk af. Veel dieren moesten worden afgemaakt om verspreiding van vogelpest te voorkomen. Dit leidde tot minder mestproductie waardoor de emissies van NH3 en N2O extra omlaag gingen. De waar te nemen lichte stijging van de emissies van CO2 is toe te schrijven aan de toename in de emissies door stationaire bronnen (o.a. verwarming van de kassen).

Wijzigingen in berekeningsmethodiek

De gehele tijdreeks 1990-2009 is door het toepassen van nieuwe berekenings-methoden aangepast:

  • De ammoniakemissies uit de landbouw zijn herberekend met een nieuw model dat is gebaseerd op de hoeveelheid ammoniakale stikstof in mest en urine. Het oude model ging uit van de totale hoeveelheid stikstof. Met gebruik van dit nieuwe model wordt aangesloten bij de nieuwste EMEP-guidelines voor NH3-emissieberekeningen.
  • Er zijn voor het berekenen van de landbouwemissies nieuwe, door het LEI vastgestelde, energieverbruiksgegevens gebruikt. Het betreft hierbij een overheveling van het energieverbruik in de sector HDO naar de landbouwsector.
  • Voor het eerst zijn de emissies van NOx meegenomen die ontstaan door denitrificatie van dunne en vaste mest in opslag.
  • De N2O-emissie uit de landbouw is over de gehele tijdreeks lager als gevolg van nieuwe emissiefactoren voor de aanwending van dierlijke mest, een andere fractie voor af- en uitspoeling en het doorwerken van een methodewijziging bij de vaststelling van de NH3-emissies uit dierlijke mest. Het gaat hier om een aanzienlijke reductieemissies uit stallen (NH3 en fijn stof).

Bronnen

De in de tabel genoemde emissies van broeikasgassen worden voor het grootste deel veroorzaakt door verbranding van brandstoffen in stationaire bronnen (de bijdrage is slechts een klein deel van het landelijk totaal). Bij de CO2 spelen landbouwwerktuigen en de visserij een substantiƫle rol. Bij de stationaire bronnen gaat het om de volgende voor landbouw specifieke processen:

  • emissies door aanwending van kunstmest (NH3 en N2O);
  • emissies door dierlijke mest (NH3, N2O, NOx en CH4);
  • emissies door stikstofbinding door vlinderbloemige planten (N2O);
  • emissies door de stikstofvoorraad in de landbouwbodems (N2O)
  • emissies uit stallen (NH3 en fijn stof).


Bij de NEC-emissies zijn de landbouwwerktuigen en de visserij opgenomen in de doelgroep Verkeer en vervoer (conform NEC-richtlijn).

De belangrijkste stoffen

De land- en tuinbouw levert een aanzienlijke bijdrage in de totale emissies van NH3, CH4, N2O en fijn stof. Ammoniak speelt een belangrijke rol in de verzuring en vermesting. Methaan en distikstofoxide zijn beide broeikasgassen. Fijn stof in hoge concentraties tast de gezondheid aan.
Vooral de emissies van NH3 en CH4 zijn sinds 1990 aanzienlijk gedaald.

Referenties

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Emissies naar lucht door de land- en tuinbouw

Omschrijving

Emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en perfluorkoolwaterstoffen (PFK's), chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) en zwavelhexafluoride (SF6)) en NEC-emissies van verzurende en grootschalige luchtverontreinigende stoffen (Zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), fijn stof (PM10), vluchtige organische stoffen, exclusief methaan (VOS) en koolmonoxide (CO) in de land- en tuinbouw.

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek, in samenwerking in de Emissieregistratie (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat-Waterdienst-Dienst Water en gebruik, Wageningen Universiteit-Alterra, Agentschap NL, TNO, Deltares).

Berekeningswijze

De emissiegegevens voor de verzurende en grootschalige luchtverontreiniging zijn gepresenteerd volgens de sectorindeling van de NEC-richtlijn. De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode. Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie en voor landbouwwerktuigen tevens naar Luchtverontreiniging, emissies door mobiele bronnen 1990-2009.

Basistabel

Alle data opvraagbaar op EmissieregistratieVerder:CBS-StatLine: IPCC-emissies naar lucht CBS-StatLine: NEC-emissies naar lucht

Geografisch verdeling

Nederland, provincie, postcode, 5*5 km2 (kaart)

Andere variabelen

Belasting oppervlaktewater, bodem-emissies, emissies oppervlaktewater, lucht-emissies, lucht-emissies volgens IPCCIn totaal circa 300 stoffenCirca 1600 emissie-oorzaken en circa 1000 (individuele) puntbronnen

Verschijningsfrequentie

In mei definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1

Achtergrondliteratuur

Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documentenBegrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst

Opmerking

De emissiegegevens voor de verzurende en grootschalige luchtverontreiniging zijn gepresenteerd volgens de sectorindeling volgens de NEC-richtlijn. Voor de stationaire bronnen komt een deel van de emissiegegevens uit de individuele milieujaarverslagen van bedrijven. Het overige deel wordt bijgeschat op basis van statistische gegevens uit onder andere de energiestatistieken, productiestatistieken van het CBS. Zie voor de NEC-indeling Samenstelling doelgroepen van het milieubeleidDe emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode. Zie Verschillen tussen CO2-emissietotalen verklaard, 1990-2021, voor een toelichting op de IPCC-emissies. Ten opzichte van eerdere versies van deze indicator is een herberekening uitgevoerd over de hoeveelheden N2O en NH3 die uit stallen en bij de beweiding van vee zijn vrijgekomen.

Betrouwbaarheidscodering

C (Gemiddeld; afhankelijk van emissieoorzaak en stof)

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2011). Emissies naar lucht door de land- en tuinbouw, 1990-2009 (indicator 0099, versie 17 , 26 mei 2011 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.