Afval

Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, 1994-2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Bijna al het afval van elektriciteitscentrales, voor het grootste deel vliegas, wordt nuttig toegepast. Ook van het afval dat vrijkomt bij de delfstoffenwinning wordt een groot gedeelte hergebruikt.

  Afval delfstoffenwinning   Afval elektriciteitscentrales
  totaal w.o. hergebruik 1)   totaal w.o. hergebruik 1)
           
  mln kg        
           
1994 179 8   1 391 1 362
1996 299 181   1 399 1 381
1998 268 179   1 538 1 520
2000 202 48   1 644 1 615
           
2001 183 36   1 580 1 549
2002 192 49   1 707 1 668
2003 302 149   1 590 1 557
2004 275 227   1 503 1 486
2005 229 193   1 359 1 342
           
2006 203 152   1 259 1 164
2007 217 121   1 328 1 312
2008 335 154   1 318 1 297
2009 217 102   1 269 1 252
2010 244 116   1 152 1 119
           
Bron: CBS. CBS/CLO/jul12/0124
1) Het overige afval wordt veelal gestort of verbrand.
N.B. Afval van bedrijven met 1 of meer werkzame personen.

Delfstoffenwinning

De totale hoeveelheid afval vertoont sinds 1994 een grillig beeld. Dit heeft te maken met aanzienlijke hoeveelheden niet-procesgebonden (licht) verontreinigde grond. Door het nuttig toepassen van deze grond als vulstof of grondophoging fluctueert het aandeel hergebruik eveneens.
Daarnaast komt er een geringe hoeveelheid procesgebonden afval vrij, die voornamelijk bestaat uit boorgruis, -gesteente en -spoeling. Deze stoffen werden voorheen veelal gestort of in zee geloosd, maar de laatste jaren worden deze stoffen ook hergebruikt.

Elektriciteitscentrales

Het afval uit de elektriciteitscentrales bestaat voornamelijk uit kolenreststoffen. Al vrij snel na de introductie van steenkool bij de centrales zijn de mogelijkheden voor een nuttige toepassing van deze reststoffen onderzocht. Op dit moment bedraagt het hergebruik van kolenreststoffen zo goed als 100%. Het grootste deel van de kolenreststoffen bestaat uit vliegas dat vooral wordt afgezet in de cement- en betonindustrie. Daarnaast komt bodemas vrij, dat wordt afgezet in de wegenbouw en als bouwblokken. Ten slotte ontstaat rookgasontzwavelingsgips, dat vooral wordt gebruikt in de gipsplatenindustrie.
In 2010 is de hoeveelheid reststoffen ten opzichte van 2003 gedaald met ruim 25 procent van 1, 6 miljoen ton naar 1,2 miljoen ton . Dit kwam voornamelijk doordat de kolengestookte centrales steeds meer biomassa in plaats van kolen verstoken. Immers, het verstoken van biomassa veroorzaakt minder reststoffen, dan het verbranden van kolen.

Referenties

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales

Omschrijving

Afval dat vrijkomt bij de winning van delfstoffen en bij de opwekking van elektriciteit bij elektriciteitscentrales

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek

Berekeningswijze

Methodebeschrijving BedrijfsafvalstoffenOpzet van het onderzoek Bedrijfsafvalstoffen

Basistabel

Statline: Bedrijfsafval; afvalsoort, verwerking, bedrijfstak (SBI 2008)

Geografisch verdeling

Nederland, landsdeel, provincie

Andere variabelen

Bewerkings- en verwerkingsmethoden, bedrijfsgrootte

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks; regionaal tweejaarlijks

Achtergrondliteratuur

Methodebeschrijving Bedrijfsafvalstoffen

Opmerking

Het aangeboden afval omvat ook de zogenaamde niet-afvalstoffen (voorheen reststoffen genoemd) die vaak als secundaire grondstof in een ander proces worden toegepast.In het verleden is in StatLine bij de onderverdeling van de stofsoorten gebruik gemaakt de Nederlandse afvalstoffenlijst. De oudere data zijn vanaf 1994 tot 2004 omgesleuteld naar de verdeling van de afvalcategorieën zoals vermeld in de Europese Afvalstoffenverordening. Vanaf 2010 is de toedeling van Euralcodes aan afvalcategorieën enigszins aangepast. De invloed hiervan op de gegevens van deze bedrijfstakken is nihil.

Betrouwbaarheidscodering

Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2012). Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, 1994-2010 (indicator 0124, versie 12 , 19 september 2012 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.