Afval

Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, 1994-2015

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Door de ingebruikname van nieuwe kolencentrales is met de stijging van de inzet van steenkool voor de elektriciteitsproductie ook de hoeveelheid afval gestegen. Deze hoeveelheid is de laatste tien jaar niet zo hoog geweest. Bijna al het afval, voor het grootste deel vliegas, wordt nuttig toegepast. Ook het afval uit de delfstoffenwinning wordt voor een belangrijk deel nuttig toegepast.

Grillig beeld hoeveelheden uit de delfstoffenwinning

De totale hoeveelheid afval vertoont sinds 1994 een grillig beeld. Dit heeft te maken met aanzienlijke hoeveelheden niet-procesgebonden (licht) verontreinigde grond. Door het nuttig toepassen van deze grond als vulstof of grondophoging fluctueert het aandeel hergebruik eveneens. Daarnaast komt er een hoeveelheid procesgebonden afval vrij. Deze bestaat voornamelijk uit boorgruis, -gesteente en -spoeling. Deze stoffen werden voorheen veelal gestort of in zee geloosd, maar de laatste jaren worden deze stoffen ook hergebruikt.

Stijging hoeveelheid afval uit elektriciteitscentrales door opening nieuwe kolencentrales

De hoeveelheid afval van de elektriciteitscentrales stijgt met de toename van de inzet van kolen voor de elektriciteitsproductie. In de loop van 2014 zijn nieuwe kolencentrales geopend waardoor er een stijging van de hoeveelheid afval is waar te nemen. Het afval uit de elektriciteitscentrales bestaat voornamelijk uit kolenreststoffen. Nagenoeg al dit afval vindt nuttige toepassing. Het grootste deel van de kolenreststoffen bestaat uit vliegas dat vooral wordt ingezet in de cement- en betonindustrie. Daarnaast komt bodemas vrij dat wordt afgezet in de wegenbouw en als gipsblokken. Verder ontstaat rookontzwavelingsgips dat vooral wordt gebruikt in de gipsplatenindustrie.

Referenties

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales

Omschrijving

Afval dat vrijkomt bij de winning van delfstoffen en bij de opwekking van elektriciteit bij elektriciteitscentrales

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek

Berekeningswijze

Methodebeschrijving Bedrijfsafvalstoffen en Methodebeschrijving tijdreeks bedrijfsafvalstoffen

Basistabel

StatLine: Bedrijfsafval; afvalsoort, verwerking, bedrijfstak (SBI 2008)

Geografisch verdeling

nvt

Andere variabelen

Bewerkings- en verwerkingsmethoden

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks;

Achtergrondliteratuur

Methodebeschrijving Bedrijfsafvalstoffen en Methodebeschrijving tijdreeks bedrijfsafvalstoffen

Opmerking

Het aangeboden afval omvat ook de zogenaamde niet-afvalstoffen (voorheen reststoffen genoemd) die vaak als secundaire grondstof in een ander proces worden toegepast.In het verleden is in StatLine bij de onderverdeling van de stofsoorten gebruik gemaakt de Nederlandse afvalstoffenlijst. De oudere data zijn vanaf 1994 tot 2004 omgesleuteld naar de verdeling van de afvalcategorieën zoals vermeld in de Europese Afvalstoffenverordening. Vanaf 2010 is de toedeling van Euralcodes aan afvalcategorieën enigszins aangepast. De invloed hiervan op de gegevens van deze bedrijfstakken is nihil.

Betrouwbaarheidscodering

Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2017). Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, 1994-2015 (indicator 0124, versie 15 , 30 mei 2017 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.