Afval

Afval van huishoudens, 1985-2005

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In de jaren negentig groeit de hoeveelheid afval van huishoudens ieder jaar sterk. Vanaf 2000 neemt de hoeveelheid nog wel toe, maar in mindere mate.

  Totaal w.v.      
    Gemengd Gemengd Gescheiden ingezameld
    huishoudelijk grof afval; door of in opdracht van
    afval huisafval 1) Gemeenten Overigen 2)
           
  miljoen kg      
           
1985 5 375 4 665 3)   715 .
1987 5 890 5 105 3)   785 .
1989 6 330 5 385 3)   950 .
1991 6 785 4 385 860 1 470 75
1993 7 165 4 005 850 2 235 75
           
1994 7 230 3 650 855 2 650 75
1995 7 320 3 430 810 3 000 75
1996 7 555 3 480 725 3 270 85
1997 7 945 3 550 775 3 525 90
1998 8 060 3 650 770 3 575 70
           
1999 8 390 3 815 785 3 715 75
2000 8 650 3 935 845 3 795 75
2001 8 710 3 960 850 3 825 75
2002 8 860 3 940 820 4 010 95
2003 8 810 3 900 795 4 010 105
           
2004 9 085 3 935 790 4 250 110
2005 9 120 3 960 810 4 245 110
           
Bron: CBS; RIVM.     CBS/MNC/jan07/0140
1) Inclusief niet gescheiden ingezameld verbouwingsafval.
2) Betreft oud papier en karton en wit- en bruingoed dat buiten de gemeenten om is verzameld door derden.
3) Inclusief gemengd grof huisafval.

Afvalscheiding stabiliseert zich

Na een periode waarin de hoeveelheid afval van huishoudens ieder jaar toeneemt, is er na 2000 sprake van een afvlakking van de groei. In 2003 daalt de totale hoeveelheid huishoudelijk afval zelfs licht t.o.v. het jaar ervoor. Deze daling heeft zich in de jaren daarna niet doorgezet. Zowel in 2004 als in 2005 is de hoeveelheid weer toegenomen.
De hoeveelheid gescheiden ingezameld afval neemt in de jaren negentig fors toe. Dit is vooral toe te schrijven aan de gescheiden inzameling van GFT-afval die begin jaren negentig op gang komt. Vanaf 2000 neemt de omvang van de gescheiden inzameling nog steeds toe maar wel minder sterk als in de voorafgaande periode.

Beleid

De gescheiden inzameling van afvalcomponenten heeft als doel het hergebruik van afval te bevorderen. Hiermee tracht de overheid de hoeveelheid afval, die moet worden verbrand of gestort, te verminderen.

Referenties

Relevante informatie

Technische toelichting

Technische toelichting

Definities van de genoemde afvalstromen en informatie over de wijze waarop bovenstaande gegevens tot stand zijn gekomen zijn te vinden in het artikel Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004)De gegevens over huishoudelijk afval in het Milieu- en Natuurcompendium wijken af van die het CBS publiceert in de databank StatLine (CBS, 2006). Dit verschil komt door:

  • Het afval dat door derden is ingezameld.Dit afval (vooral wit- en bruingoed dat via de detailhandel is ingezameld en oud papier en karton) is wel in het Milieu- en Natuurcompendium inbegrepen maar niet in de cijfers in de StatLine-publicatie.
  • Het verbouwingsafval (onder andere puin, hout, metalen en vlakglas).Al het door gemeenten ingezamelde verbouwingsafval wordt meegeteld in de StatLine-publicatie. Voor het bepalen van de cijfers in het Milieu- en Natuurcompendium is maar een deel van dit verbouwingsafval toegedeeld aan het afval van huishoudens. Reden daarvoor is dat een deel van dit afval eigenlijk bedrijfsafval is, vooral afkomstig van aannemersbedrijven. In het verleden is tussen het RIVM en CBS afgesproken dat 50% van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval wordt toegerekend. In het onderzoek over 2003 is navraag gedaan naar het acceptatiebeleid van verbouwingsafval van bedrijven door gemeenten. Daaruit bleek dat gemiddeld ongeveer 15% van het door de gemeenten ingezameld verbouwingsafval afkomstig is van bedrijven. Dit is beduidend minder dan de 50% die tot nu toe werd gehanteerd. Gezien dit verschil is in overleg tussen het Ministerie van VROM, Uitvoering Afvalbeheer en het CBS afgesproken om met terugwerkende kracht dit percentage te laten zakken van 50% naar 15%. Voor 2000 en eerder wordt het oude percentage van 50% gehanteerd. In 2001, 2002 en 2003 daalt dit percentage naar respectievelijk 40%, 30% en 20%. Voor 2004 en later wordt 15% van het verbouwingsafval niet aan het huishoudelijk afval toegerekend.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2007). Afval van huishoudens, 1985-2005 (indicator 0140, versie 11 , 26 januari 2007 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.