Afval van huishoudens, 1985-2009

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2008 en 2009 komt er minder afval van huishoudens vrij dan in het jaar ervoor. In de jaren negentig groeit de hoeveelheid afval van huishoudens ieder jaar sterk. Vanaf 2000 neemt de hoeveelheid nog wel toe, maar in mindere mate.

Totale hoeveelheid huishoudelijk afval groeit minder na 2000

Na een periode waarin de hoeveelheid afval van huishoudens ieder jaar toeneemt, is er na 2000 sprake van een afvlakking van de groei. In de meeste jaren na 2000 is er sprake van een lichte toename van de hoeveelheid huishoudelijk afval. In 2008 daalt de totale hoeveelheid licht ten opzichte van het voortgaande jaar. Deze afname zet zich in 2009 voort.

Afvalscheiding stabiliseert zich

De hoeveelheid gescheiden ingezameld afval neemt in de jaren negentig fors toe. Dit is vooral toe te schrijven aan de gescheiden inzameling van GFT-afval die begin jaren negentig op gang komt. Vanaf 2000 neemt de omvang van de gescheiden inzameling nog steeds toe maar wel minder sterk als in de voorafgaande periode.

Beleid

De gescheiden inzameling van afvalcomponenten heeft als doel het hergebruik van afval te bevorderen. Hiermee tracht de overheid de hoeveelheid afval, die moet worden verbrand of gestort, te verminderen.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Afval van huishoudens.
Omschrijving
Het afval van huishoudens, verdeeld naar gemengd ingezameld afval, grof gemengd ingezameld afval en gescheiden ingezameld afval. Het gescheiden ingezamelde afval is verdeeld naar inzamelende instantie (gemeenten, overig).
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Berekeningswijze
Definities van de genoemde afvalstromen en informatie over de wijze waarop bovenstaande gegevens tot stand zijn gekomen zijn te vinden in het artikel Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004).
Geografische verdeling
Nederland.
Andere variabelen
Er zijn gegevens over de diverse afvalstromen, de wijze van inzameling en de inzamelende instantie. De gegevens zijn beschikbaar voor Nederland, per provincie, per gemeente, naar mate van stedelijkheid van de gemeenten en naar grootte van de gemeenten.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks.
Achtergrondliteratuur
Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004).
Gescheiden afvalinzameling stagneert. Webmagazine, 18 juli 2007 (CBS, 2007).
Minder huishoudelijk afval en meer plastic ingezameld. Webmagazine, 12 juli 2010 (CBS, 2010a)
Opmerking
De gegevens over huishoudelijk afval in het Compendium voor de Leefomgeving wijken af van die het CBS publiceert in de databank StatLine (CBS, 2010b). Dit verschil komt door:
- Het afval dat door derden is ingezameld: dit afval (vooral wit- en bruingoed dat via de detailhandel is ingezameld en oud papier en karton) is wel in het Compendium voor de Leefomgeving inbegrepen maar niet in de cijfers in de StatLine-tabel.
- Het verbouwingsafval (zoals puin, hout, metalen en vlakglas). In de StatLine-tabel is al het door gemeenten ingezamelde verbouwingsafval toegerekend aan het afval van huishoudens. Voor het bepalen van de cijfers in het Compendium voor de Leefomgeving is maar een deel van dit afval toegedeeld aan de huishoudens. Reden daarvoor is dat een deel van dit afval niet door huishoudens maar door bedrijven is afgegeven. Het gaat daarbij vooral om aannemersbedrijven die hun verbouwingsafval afgeven bij milieustraten. In het verleden is daarom tussen het RIVM en CBS afgesproken dat 50 procent van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval wordt toegerekend. In het onderzoek over 2003 is navraag gedaan naar het acceptatiebeleid van verbouwingsafval van bedrijven door gemeenten. Daaruit bleek dat ongeveer 85 procent van het door de gemeenten ingezameld verbouwingsafval afkomstig is van huishoudens. Dat het aandeel van de huishoudens hoger ligt komt onder andere door een strikter acceptatiebeleid van milieustraten. Steeds meer milieustraten accepteren geen afval meer van bedrijven. Gezien deze ontwikkeling is in overleg tussen het toenmalige Ministerie van VROM, Uitvoering Afvalbeheer en het CBS afgesproken om met terugwerkende kracht het aandeel van huishoudens te laten toenemen van 50 naar 85 procent. Voor 2000 en eerder wordt het oude percentage van 50 procent gehanteerd. In 2001, 2002 en 2003 stijgt dit percentage naar respectievelijk 60, 70 en 80 procent. Voor 2004 en later wordt 85 procent van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval toegerekend.
Betrouwbaarheidscodering
B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
38
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
37
versie‎
36
versie‎
35
versie‎
34
versie‎
33
versie‎
32
versie‎
31
versie‎
30
versie‎
29
versie‎
28
versie‎
27
versie‎
26
versie‎
25
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Afval van huishoudens, 1985-2009 (indicator 0140, versie 19,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.