Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2012
Door de toegenomen welvaart is de hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner de afgelopen zestig jaar verviervoudigd. Ook de samenstelling van het afval is sterk veranderd.
In 2012 weer minder huishoudelijk afval per inwoner
De hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner is sinds 1950 verviervoudigd. Na een sterke toename in de jaren negentig is de groei van de hoeveelheid afval per inwoner tussen 2000 en 2007 afgenomen. Vanaf 2008 neemt de hoeveelheid afval per inwoner jaarlijks af maar 2011 laat weer een kleine stijging zien. In 2012 is de hoeveelheid per inwoner weer verder gedaald.
Samenstelling veranderd
De samenstelling van het afval is tussen 1950 en 2012 sterk veranderd. Zo bestond het afval tot in de jaren zestig voor een deel uit relatief zwaar kolenas. Door de sterke toename van de hoeveelheid (lichte) kunststoffen in het afval is de toename in volume groter dan de hier weergegeven gewichtstoename.
Hoeveelheid afval ontwikkelt zich parallel aan economie
Er lijkt een verband te bestaan tussen de hoeveelheid afval en de ontwikkeling van de economie. In de afgelopen zestig jaar zijn een aantal periodes geweest waarin de hoeveelheid afval weinig of niet is gegroeid (o.a. oliecrisis begin jaren zeventig, recessie in de jaren tachtig). Ook is zichtbaar dat tijdens de economische groei van de jaren zestig en de tweede helft van de jaren negentig de hoeveelheid afval toeneemt. Mogelijk is de daling in de hoeveelheid afval in de periode 2008-2012 een gevolg van de huidige economische crisis.
Referenties
- CBS (2004). Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek. CBS, Voorburg / Heerlen.
- CBS (2007). Gescheiden afvalinzameling stagneert. Webmagazine, 18 juli 2007. CBS, Voorburg / Heerlen.
- CBS (2010). Minder huishoudelijk afval en meer plastic ingezameld. Webmagazine, 12 juli 2010. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2013). StatLine: Gemeentelijke afvalstoffen, hoeveelheden. CBS, Den Haag / Heerlen.
- SVA (1980). Beperking en hergebruik van afval van particuliere huishoudingen. Stichting Verwijdering Afvalstoffen, Amersfoort.
Relevante informatie
- Meer informatie over de hoeveelheden afval zijn te vinden in de databank StatLine van het CBS en bij Rijkswaterstaat Leefomgeving (zie onder andere de afvaldatabase).
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Afval van huishoudens per inwoner
Omschrijving
Tijdreeks vanaf 1950 voor de totale hoeveelheid huishoudelijk afval geproduceerd per inwoner.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Definities van de genoemde afvalstromen en informatie over de wijze waarop bovenstaande gegevens tot stand zijn gekomen zijn te vinden in het artikel Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004).
Basistabel
StatLine: Gemeentelijke afvalstoffen, hoeveelheden (CBS, 2013)
Geografisch verdeling
Nederland
Andere variabelen
Er zijn gegevens over de diverse afvalstromen, de wijze van inzameling en de inzamelende instantie. De gegevens zijn beschikbaar voor Nederland, per provincie, per gemeente, naar mate van stedelijkheid van de gemeenten en naar grootte van de gemeenten.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004).Gescheiden afvalinzameling stagneert. Webmagazine, 18 juli 2007 (CBS, 2007).
Opmerking
De gegevens over huishoudelijk afval in het Compendium voor de Leefomgeving wijken af van die het CBS publiceert in de databank StatLine (CBS, 2011). Dit verschil komt door:- Het afval dat door derden is ingezameld: dit afval (vooral wit- en bruingoed dat via de detailhandel is ingezameld en oud papier en karton) is wel in het Compendium voor de Leefomgeving inbegrepen maar niet in de cijfers in de StatLine-publicatie.- Het verbouwingsafval (zoals puin, hout, metalen en vlakglas). In de StatLine-tabel is al het door gemeenten ingezamelde verbouwingsafval toegerekend aan het afval van huishoudens. Voor het bepalen van de cijfers in het Compendium voor de Leefomgeving is maar een deel van dit afval toegedeeld aan de huishoudens. Reden daarvoor is dat een deel van dit afval niet door huishoudens maar door bedrijven is afgegeven. Het gaat daarbij vooral om aannemersbedrijven die hun verbouwingsafval afgeven bij milieustraten. In het verleden is daarom tussen het RIVM en CBS afgesproken dat 50 procent van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval wordt toegerekend. In het onderzoek over 2003 is navraag gedaan naar het acceptatiebeleid van verbouwingsafval van bedrijven door gemeenten. Daaruit bleek dat ongeveer 85 procent van het door de gemeenten ingezameld verbouwingsafval afkomstig is van huishoudens. Dat het aandeel van de huishoudens hoger ligt komt onder andere door een strikter acceptatiebeleid van milieustraten. Steeds meer milieustraten accepteren geen afval meer van bedrijven. Gezien deze ontwikkeling is in overleg tussen het toenmalige Ministerie van VROM, Uitvoering Afvalbeheer en het CBS afgesproken om met terugwerkende kracht het aandeel van huishoudens te laten toenemen van 50 naar 85 procent. Voor 2000 en eerder wordt het oude percentage van 50 procent gehanteerd. In 2001, 2002 en 2003 stijgt dit percentage naar respectievelijk 60, 70 en 80 procent. Voor 2004 en later wordt 85 procent van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval toegerekend.
Betrouwbaarheidscodering
B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is)
Archief van deze indicator
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2022 (actuele versie , 03 aug 2023 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2021 (v34 , 30 jan 2023 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2021 (v33 , 11 aug 2022 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2020 (v32 , 14 jul 2021 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2019 (v31 , 15 jul 2020 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2018 (v30 , 09 mrt 2020 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2018 (v29 , 11 jul 2019 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2017 (v28 , 24 jul 2018 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2016 (v27 , 10 jul 2017 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2015 (v26 , 20 jul 2016 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2014 (v25 , 22 jul 2015 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2013 (v24 , 16 jul 2014 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2012 (v23 , 27 jan 2014 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2012 (v22 , 22 aug 2013 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2011 (v21 , 23 jan 2013 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2011 (v20 , 27 jul 2012 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2010 (v19 , 27 jan 2012 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2010 (v18 , 19 aug 2011 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2009 (v17 , 17 dec 2010 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2009 (v16 , 20 jul 2010 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2008 (v15 , 05 jan 2010 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2008* (v14 , 14 jul 2009 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2007 (v13 , 18 dec 2008 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2007 (v12 , 22 jul 2008 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2006 (v11 , 29 feb 2008 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2006 (v10 , 30 aug 2007 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2005 (v09 , 26 jan 2007 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2005 (v08 , 21 jul 2006 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2004 (v07 , 04 okt 2005 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2003 (v06 , 13 jul 2004 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2002* (v05 , 13 okt 2003 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2001 (v04 , 12 mei 2003 )
- Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2001 (v03 , 16 sep 2002 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2013). Afval van huishoudens per inwoner, 1950-2012 (indicator 0144, versie 22 , 22 augustus 2013 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.