Emissies broeikasgassen, 1990-2021

De emissies van broeikasgassen zijn in 2021 met 1,8% gestegen ten opzichte van 2020, na een daling tussen 2016 en 2020. Over de periode 1990-2021 zijn de emissies gedaald: in 2021 waren de emissies 24,9% lager dan in 1990. Tot 2017 vond deze daling voor het overgrote deel plaats bij de overige broeikasgassen: CH4, N2O en de F-gassen. De emissie van CO2 bleef in deze periode ruwweg constant, daalde vanaf 2016, maar steeg weer in 2021.

Emissie van broeikasgassen tussen 1990 en 2021

Het verloop van de emissies van broeikasgassen tussen 1990 en 2021, en tussen 2020 en 2021, is in onderstaande tabel samengevat:

  2021 t.o.v. 2020   2021 t.o.v. 1990  
  Mton % Mton %
Overige broeikasgassen -0,4 -1,6 -31,8 -53,9
CO2 +3,5 +2,5 -25,1 -14,8
Totaal broeikasgassen +3,1 +1,8 -56,9 -24,9
  • De methodiek voor het berekenen en weergeven van broeikasgasemissies is vanaf emissiejaar 2021 op twee punten aangepast. Hierdoor zijn emissiecijfers en reductiepercentages niet meer te vergelijken met die uit voorgaande jaren. Het gaat om het volgende:
  • Emissies van niet-CO2-broeikasgassen worden berekend met de Global Warming Potentials uit het vijfde IPCC Assessment Report (AR5). Voorheen was dit conform AR4.
  • De emissiecijfers worden vanaf dit jaar weergegeven inclusief de emissies die ontstaan door (verandering van) landgebruik: ontbossing, veengebieden etc (LULUCF). Eerder werden de emissiecijfers weergegeven zonder LULUCF.
  • De emissies van broeikasgassen zijn, na een piek in 1996, tot 2020 ieder jaar gedaald, en in 2021 weer iets gestegen. De emissies waren 24,9% lager in 2021, ten opzichte van 1990. De doelstelling ('Urgendadoel') voor 2020 ten opzichte van 1990 bedraagt 25% minder emissie, en dat geldt ook voor de jaren na 2020. Voor 2020 is deze reductiedoelstelling gehaald, voor 2021 niet.
  • Tot 2017 vond deze daling voor het overgrote deel plaats bij de overige broeikasgassen: CH4, N2O en de F-gassen: 53,9% daling. De emissie van CO2 bleef in deze periode ruwweg constant, en daalde vervolgens vanaf 2016, leidend tot een versnelling na 2018 van de totale emissiedaling over 1990-2020. In 2021 steeg de emissie van CO2 weer ten opzichte van 2020. Per saldo bedroeg de daling bij CO2 14,8%.
  • Het verloop van de CO2-emissie tussen 1990 en 2021 bevat enkele uitschieters omhoog in jaren met een koude winter. Deze zijn als piekjes te zien in de grafiek.

Emissietrends

De volgende trends kunnen worden onderscheiden:

  • De daling bij CO2 na 2016 vindt voor het overgrote deel plaats in de elektriciteitssector. Dit hangt samen met het afgenomen steenkoolverbruik. Dit is weer het gevolg van het sluiten van enkele kolencentrales, waaronder de Hemwegcentrale in Amsterdam. Verder hebben de kolencentrales te maken met hogere kolen- en CO2-prijzen, wat een concurrentienadeel veroorzaakte ten opzichte van aardgascentrales. In 2021 zijn de aardgasprijzen weer gaan stijgen als gevolg van ontwikkelingen op de internationale energiemarkten, waardoor de inzet van steenkool voor elektriciteitsproductie weer is toegenomen. Ten slotte daalde de vraag naar elektriciteit uit fossiele centrales door de toenemende inzet van hernieuwbare bronnen.
  • De CO2-emissies van Gebouwde omgeving fluctueren sterk met de gemiddelde buitentemperatuur over een jaar. Jaren met koude winters leveren hogere emissies. Dit is ook te zien in het jaar 2021, dat een koude winter bevatte.
  • De CO2-emissies van de sectoren Mobiliteit, Landbouw en Industrie laten geen grote schommelingen zien over de hele periode 1990-2021.
  • De uitstoot van CH4 is in 2021 ten opzichte van 1990 met 47,6% gedaald.
    Het grootste deel van deze daling is het gevolg van de afname van emissies uit stortplaatsen. Daarnaast heeft er ook een daling plaatsgevonden in de landbouwsector en in de energiesector. De daling in de landbouwsector (over de hele periode 1990-2021, inclusief weer lichte stijging vanaf 2010) wordt met name veroorzaakt door een afname van de dieraantallen en de hoeveelheid geproduceerde mest. In de energiesector zijn door het nemen van maatregelen de emissies als gevolg van het afblazen van ruw aardgas bij de olie- en gaswinning afgenomen.
  • De uitstoot van N2O is in 2021 ten opzichte van 1990 met 55,5% gedaald. Deze daling is gerealiseerd in de chemische industrie en de landbouwsector. De afname van de uitstoot in de chemische industrie is het gevolg van N2O-reductiemaatregelen bij de productie van salpeterzuur in 2006 en 2007. Deze maatregelen werden genomen doordat de salpeterzuurproductie in 2008 onder het Europese emissiehandelssysteem (ETS) is gebracht, waarmee de emissie een prijs kreeg. De daling in de landbouwsector (die plaatsvond tussen 1990 en 2010) kent verschillende oorzaken: een afname van dieraantallen, een lager gebruik van zowel kunstmest als dierlijke mest en een lagere N-uitstoot per dier door een lager N-gehalte in het voer.
  • In 2021 is de totale uitstoot van F-gassen ten opzichte van 1990 met 80,8% gedaald. De afname van de uitstoot van F-gassen over deze periode is vooral het gevolg van reductiemaatregelen die getroffen zijn in het kader van het Reductieplan Overige Broeikasgassen. Voorts is als gevolg van een EU-richtlijn uit 2014 de inzet van koudemiddelen met hoge GWP's in de stationaire koeling verminderd ten koste van minder broeikas-intensieve koudemiddelen. De Emissies in Mton CO2-equivalenten (grotendeels als gevolg van lekkage) dalen als gevolg daarvan ook.

Doelstellingen Nederland

Europees

In 2016 heeft staatssecretaris Dijksma het Klimaatakkoord van Parijs ondertekend namens de 28 lidstaten van de Europese Unie. Om dit doel te halen hebben EU-lidstaten met elkaar afgesproken dat de EU in 2030 minimaal 40% minder moet uitstoten ten opzichte van 1990. De Europese Commissie toetst de klimaatplannen van de EU-lidstaten aan de gestelde doelen. Daarbij is relevant dat Nederland nu nationaal, mede in het kader van 'Fit for 55', een aangescherpt doel van 55% minder uitstoot in 2030 hanteert ten opzichte van 1990.

Nationaal

De Klimaatwet stelt vast met hoeveel procent ons land de uitstoot van broeikasgassen moet terugdringen: dat was oorspronkelijk 49% minder uitstoot van broeikasgassen in 2030 ten opzichte van 1990, en 95% minder uitstoot van broeikasgassen in 2050 ten opzichte van 1990. Om dit doel te halen, hebben de overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties een Klimaatakkoord gesloten. Er staan ook afspraken in die partijen onderling hebben gemaakt. In het kader van 'Fit for 55', en vermeld in het regeerakkoord van het kabinet Rutte IV is deze doelstelling inmiddels aangescherpt richting 55%, of wellicht 60%.

Daarnaast moet de Nederlandse staat eind 2020 ten minste 25% minder broeikasgassen uitstoten ten opzichte van 1990, zoals hierboven al beschreven. Dat heeft de Hoge Raad op 20 december 2019 geoordeeld in een procedure van Urgenda tegen de Nederlandse Staat. Met dit arrest bevestigt de Hoge Raad het oordeel van het gerechtshof Den Haag op 9 oktober 2018, dat weer het vonnis van de rechtbank Den Haag bevestigt. Het oordeel is nu definitief, en het kabinet zal het vonnis uitvoeren.

*De figuren zijn op 17-02-2023 bijgewerkt naar aanleiding van nieuwe inzichten.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Emissies naar lucht
Omschrijving
Emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en de F-gassen perfluorkoolwaterstoffen (PFK's, HFK's) en zwavelhexafluoride (SF6)
Verantwoordelijk instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu , in samenwerking met de Emissieregistratie (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Deltares, Wageningen Economic & Environmental Research).
Berekeningswijze
De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-guidelines 2006. Voor N2O uit afvalwaterzuivering zijn de 2019 Refinements toegepast.
Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie
Basistabel
Alle data opvraagbaar op Emissieregistratie
Verder:
CBS-StatLine: IPCC-emissies naar lucht
Geografische verdeling
Nederland, provincie, postcode, 5*5 km2 (kaart)
Andere variabelen
Belasting oppervlaktewater, bodem-emissies, emissies oppervlaktewater, lucht-emissies, lucht-emissies volgens IPCC.
In totaal circa 300 stoffen.
Circa 1600 emissie-oorzaken en circa 1000 (individuele) puntbronnen
Verschijningsfrequentie
In februari definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1
Achtergrondliteratuur
Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten
Begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst
Opmerking
1 Mton = 1 miljard kg.
Betrouwbaarheidscodering
Zie Kwaliteit van de emissiecijfers

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
41
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
40
versie‎
39
versie‎
38
versie‎
37
versie‎
36
versie‎
35
versie‎
34
versie‎
33
versie‎
33
versie‎
32
versie‎
31
versie‎
30
versie‎
29
versie‎
28
versie‎
27
versie‎
26
versie‎
25
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
13
versie‎
11
versie‎
09
versie‎
06
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Emissies broeikasgassen, 1990-2021 (indicator 0165, versie 41,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.