Toegevoegde waarde zeehaven gerelateerde activiteiten, 2002 - 2012
Na tussen 2002 en 2008 constant te zijn gestegen, daalt in 2008 de toegevoegde waarde als gevolg van de economische crisis. Tussen 2009 en 2011 herstelt de toegevoegde waarde zich op het niveau van 2007, om vervolgens weer enigszins af te nemen naar een totale toegevoegde waarde van 36,2 miljard euro in 2012.
Internationale connectiviteit over het water
Om de versterking van het netwerk van de Mainport Rotterdam en de overige zeehavens te monitoren, wordt als indicator de toegevoegde waarde die samenhangt met het haven- en industriƫle complex gehanteerd.
Onder zeehaven gerelateerde activiteiten vallen onder andere de opslag en overslag van goederen, scheepsagentuur (het bemiddelen in vraag en aanbod van scheepsruimte als mede het regelen van brandstoffen, betaling van havengelden en proviand voor de bemanningen), expeditie en logistiek, beloodsing, havensleepdiensten en havenbeheer.
Na tussen 2002 (25,9 miljard euro) en 2008 (39,3 miljard euro) constant te zijn gestegen, daalt in 2008 de toegevoegde waarde als gevolg van de economische crisis. Tussen 2009 en 2011 herstelt de toegevoegde waarde zich op het niveau van 2007, om vervolgens weer enigszins af te nemen naar een totale toegevoegde waarde van 36,2 miljard euro in 2012.
Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
De indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen:
- Vergroten van de concurrentiekracht door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland
- Nationaal belang: Een excellent ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede bereikbaarheid van stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren.
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte heeft de ambitie om Nederland tot de top 10 van meest concurrerende economieƫn van de wereld te laten behoren, waarbij een kwalitatief hoogwaardig vestigingsklimaat voor internationaal opererende bedrijven centraal staat. De structuurvisie noemt het belang van krachtige regio's met een goede 'quality of life', een optimale bereikbaarheid en goede verbindingen met Europa en de rest van de wereld.
Referenties
- Erasmus Universiteit Rotterdam , Havenmonitor 2012 http://www.havenmonitor.nl/)
- IenM (2012), Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, Den Haag: Ministerie Infrastructuur en Milieu.
Relevante informatie
- Stuurgroep Nationale Mobiliteitsmonitor (2009), Nationale Mobiliteitsmonitor 2009
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Toegevoegde waarde zeehavengerelateerde activiteiten
Omschrijving
De ontwikkeling van de toegevoegde waarde zeehavengerelateerde activiteiten
Verantwoordelijk instituut
Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), auteur: Peter Jorritsma
Berekeningswijze
Door ontwikkelingen in de verzameling en verkrijgbaarheid van data zijn in de loop der jaren aanpassingen aangebracht in de berekening. Na elke herziening worden de voorgaande jaren her berekend, zodat altijd een consistente tijdreeks ontstaat. Met het verschijnen van een nieuwe Havenmonitor komen eerdere versies te vervallen.
Geografisch verdeling
Nederland
Achtergrondliteratuur
Havenmonitor 2010
Archief van deze indicator
- Toegevoegde waarde zeehaven gerelateerde activiteiten, 2002 - 2020 (actuele versie , 02 sep 2022 )
- Toegevoegde waarde zeehaven gerelateerde activiteiten, 2002 - 2017 (v05 , 29 sep 2020 )
- Toegevoegde waarde van zeehavengerelateerde activiteiten, 2002-2016 (v04 , 06 sep 2018 )
- Toegevoegde waarde zeehaven gerelateerde activiteiten, 2002 - 2014 (v03 , 07 sep 2016 )
- Toegevoegde waarde zeehaven gerelateerde activiteiten, 2002 - 2012 (v02 , 10 sep 2014 )
- Toegevoegde waarde zeehavengerelateerde activiteiten, 2002 - 2010 (v01 , 20 sep 2012 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2014). Toegevoegde waarde zeehaven gerelateerde activiteiten, 2002 - 2012 (indicator 2153, versie 02 , 10 september 2014 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.