Energie en milieu

Verbruik van elektriciteit, 1995-2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het totale elektriciteitsverbruik is in 2006 met 1,4 procent toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Het verbruik door de industrie, huishoudens en transportsector bleef vrijwel gelijk, terwijl dat van de overige sectoren steeg.

  1995 2000 2002 2004 2005 2006
             
  mln kWh          
             
Totaal beschikbaar 1) 88 947 104 943 108 452 114 625 114 471 116 085
Centrale productie 58 350 54 268 62 871 67 635 66 272 64 303
Decentrale productie (joint ventures) 5 528 14 872 12 764 14 023 12 796 12 479
Productie door distributiebedrijven 2 481 3 890 3 808 2 825 2 564 2 599
Overige productie 11 195 12 998 12 627 13 925 14 547 15 244
Invoersaldo 11 393 18 915 16 382 16 217 18 293 21 459
             
Totaal verbruik 88 947 104 943 108 452 114 625 114 471 116 085
Verbruik door de industrie 2) 35807 39 574 40 236 40 263 40 405 40 457
Verbruik door huishoudens 19 701 21 808 22 815 23 531 24 232 24 233
Verbruik door de transportsector 1 478 1 630 1 556 1 648 1 608 1 609
Verbruik overig (incl. energiebedrijven) 31 960 41 932 43 844 49 184 48 226 49 787
             
  PJ          
             
Totaal verbruik 320 378 390 413 412 418
             
Bron: CBS. CBS/MNC/jan08/0020
1) Energieproductie inclusief de winning van energie (wind-, zonne-energie).
2) Exclusief raffinaderijen en cokesfabrieken.

Elektriciteitsverbruik in 2006 toegenomen

Het totale elektriciteitsverbruik is in 2006 met 1,4 procent toegenomen. Het verbruik van de industrie, huishoudens en transportsector is vrijwel gelijk gebleven, terwijl dat van de overige sectoren met 3,2 procent is toegenomen.

Forse toename invoer

De beschikbaarheid van elektriciteit is de som van de productie en de netto invoer (invoersaldo).
In 2006 is er sprake van een toename van de totale beschikbaarheid van elektriciteit. Centraal (door de elektriciteitscentrales = voormalige SEP-bedrijven) is er in 2006 minder elektriciteit geproduceerd, maar decentraal is er sprake van een lichte toename (CBS, 2007b). De netto invoer is in 2006 met ruim 17 procent fors gestegen ten opzichte van het jaar ervoor.

Toelichting centrale en decentrale elektriciteitsopwekking

Elektriciteit wordt in Nederland voor een groot deel opgewekt in elektriciteitscentrales. Daarnaast wordt elektriciteit ook decentraal geproduceerd door de industrie, energiedistributiebedrijven, glastuinbouw en gezondheidszorg in onder andere warmtekrachtinstallaties. Met name bij de industrie is de eigen energievoorziening veelal in een afzonderlijk bedrijf ondergebracht. Zo'n bedrijf is veelal een joint-venture van het energiedistributiebedrijf en een grote industriële onderneming en valt als zodanig onder de sector Energievoorziening. In de gevallen dat het niet om afzonderlijke bedrijven gaat, vallen ze onder de sector van de hoofdactiviteit van de onderneming. Door nieuwe ontwikkelingen in de elektriciteitssector zullen er in de toekomst opnieuw veranderingen gaan plaatsvinden in de eigendomsvormen van de elektriciteitsproductie-eenheden.

Referenties

Relevante informatie

  • Meer informatie over het verbruik van energiedragers is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Verbruik van elektriciteit.

Omschrijving

Ontwikkeling van de beschikbare hoeveelheid elektriciteit via centrale en decentrale productie en netto invoer. Ontwikkeling van het elektriciteitsverbruik per sector.

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek.

Berekeningswijze

Berekening op basis van enkele maand- en kwartaalenquêtes van het CBS en registraties van diverse instellingen als Tennet, Gasunie en EnergieNed.

Basistabel

StatLine: Energiebalans (CBS, 2007).

Geografisch verdeling

Nederland.

Andere variabelen

Er zijn gegevens voor de diverse energiebalansposten (zoals: energiewinning, energie-aanvoer, energie-aflevering, energieverbruik, totale productie, omzettingssaldo, invoer, uitvoer) per bedrijfstak.

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks.

Achtergrondliteratuur

Het artikel Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2007b) geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethode.
CBS (2007c). Daling elektriciteitsproductie zet door in 2006. Webmagazine, 30 juli 2007. CBS, Voorburg/Heerlen.

Opmerking

De gegevens in deze indicator zijn niet één-op-één terug te vinden in de tabel Energiebalans van de databank StatLine (CBS, 2007a). De volgende berekeningen zijn uitgevoerd op de gegevens in StatLine om tot de cijfers te komen die hierboven worden gepresenteerd:
1. De beschikbaarheid van elektriciteit is de som van de posten 'Winning' en 'Omzettingssaldo van warmtekrachtopwekking' in StatLine.
2. Het invoersaldo is gelijk aan de post 'Aanvoer minus aflevering' in StatLine.
3. Het verbruik van elektriciteit is de som van de posten 'Totaal finaal verbruik' (energetisch en niet-energetisch) en 'Omzettingssaldo van andere omzettingen' (anders dan warmtekrachtopwekking) in StatLine.

Betrouwbaarheidscodering

A (Integrale enquête).

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2008). Verbruik van elektriciteit, 1995-2006 (indicator 0020, versie 08 , 25 januari 2008 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.