Ruimtegebruik

Bodemgebruik in Nederland, 1979 - 2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Sinds 1979 zijn de oppervlakten wegverkeersterrein, bebouwd terrein, recreatieterrein en bos toegenomen. Dit gaat ten koste van het agrarisch terrein (landbouwgebied). Binnen het agrarisch terrein neemt echter de glastuinbouw wel toe.

    1979 1993 1996 1996 2000 2003 2006
          herzien1)      
                 
    km2            
                 
Totaal 37 283 41 028 41 526 41 526 41 528 41 528 41 543
                 
Verkeersterrein 1) 1 263 1 331 1 340 1 125 1 130 1 147 1 160
w.o. spoorterrein 1) 101 101 99 91 88 84 85
  wegverkeersterrein 1) 927 1 096 1 132 1 008 1 016 1 040 1 050
                 
Bebouwd terrein1) 2 674 3 027 3 150 3 048 3 183 3 289 3 379
w.v. woonterrein 1 935 2 168 2 242 2 138 2 211 2 239 2 278
  bedrijventerrein 1) 443 526 567 600 659 711 755
  overig bebouwd terrein 296 333 341 311 312 339 346
                 
Semi-bebouwd terrein 531 440 436 378 486 506 528
w.o. delfstofwinplaats 1) 70 66 51 31 32 31 31
  bouwterrein 341 237 235 217 327 349 376
                 
Recreatieterrein 1) 675 809 827 862 889 937 963
                 
Agrarisch terrein 24 252 23 755 23 508 23 604 23 260 23 037 22 858
w.o. terrein voor glastuinbouw 137 142 143 139 150 157 162
                 
Bos en open natuurlijk terrein 4 543 4 517 4 612 4 784 4 835 4 840 4 840
w.v. bos 2 940 3 108 3 233 3 441 3 501 3 464 3 447
  open droog natuurlijk terrein 866 866 839 836 833 836 850
  open nat natuurlijk terrein 737 543 539 507 501 541 543
                 
Binnenwater 1 595 2 973 3 479 3 553 3 574 3 598 3 626
w.o. afgesloten zeearm . . . 321 321 321 321
                 
Buitenwater 1 749 4 175 4 174 4 173 4 170 4 174 4 188
w.o. Waddenzee 419 2 590 2 591 2 591 2 594 2 573 2 572
  Oosterschelde 1) 727 644 642 346 346 346 346
  Westerschelde 2) . . . 298 298 299 299
                 
Bron: CBS. CBS/CLO/sep10/0060
1) Door het gebruik van een nieuwe classificatie zijn de cijfers 1996-herzien, 2000, 2003 en 2006 op een andere wijze samengesteld dan de jaren daarvoor. Voor een verdere toelichting zie: CBS (2003).
2) De oppervlakte van de Westerschelde voor de jaren 1979-1996 is opgenomen in de cijfers van de Oosterschelde.

Agrarisch gebied neemt af ten gunste van andere functies, 1979 - 2006

Door de economische en demografische ontwikkelingen vindt een steeds verdere uitbreiding plaats van de meer stedelijke functies (bebouwd, semi-bebouwd en verkeer). Ook de oppervlakte recreatieterrein groeit nog steeds gestaag. De groei in het ruimtegebruik voor deze functies gaat vrijwel altijd ten koste van de oppervlakte agrarisch terrein. De groei van bos lijkt af te vlakken. Het open natuurlijk terrein blijft in oppervlakte al tientallen jaren vrijwel gelijk.

Landbouwgrond, 2003 - 2006

Tussen 2003 en 2006 is het ruimtegebruik door de landbouw overal afgenomen. Het meest in Utrecht en Zuid-Holland. Landbouwgrond is daarmee de grootste leverancier van gebied met een nieuwe bestemming. In deze periode is er ook veel bos verloren gegaan. In acht provincies is het areaal bos afgenomen.

Bestemming, 2003 - 2006

Veel nieuwe infrastructuur is te vinden in Utrecht en Noord-Brabant. Flevoland levert het meeste nieuwe woongebied, maar ook veel nieuw recreatiegebied. Nieuw werkgebied is vooral in Noord- en Zuid-Holland ontwikkeld. In Utrecht en Zeeland is relatief veel 'overige gronden' bijgekomen, bouwterrein maakt een groot deel uit van deze groep. Ook Groningen heeft veel nieuw bouwterrein, maar ook veel nieuw binnenwater. Hier is 'De Blauwe Stad' in ontwikkeling.

Referenties

Relevante informatie

  • Meer informatie over het bodemgebruik is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Bodemgebruik in Nederland, 1979-2006

Omschrijving

Totale oppervlakte van Nederland plus de oppervlakten van de terreintypen: verkeersterrein, bebouwd terrein, semi-bebouwd terrein, recreatieterrein, agrarisch terrein, bos- en natuurlijk terrein, binnenwater en buitenwater (in km2, tijdreeks).

Ontwikkeling ruimtegebruik per provincie in procenten van de totale oppervlakte per provincie van 2003

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

Berekeningswijze

De korte onderzoeksbeschrijving Bodemgebruik (CBS, 2005) geeft informatie over de berekeningsmethode.

Tussen 1985 en 1989 is de wijze van gegevensverzameling gewijzigd. Voor 1989 werden de gegevens aangeleverd door de gemeenten. Vanaf 1989 vindt de inventarisatie plaats aan de hand van luchtfoto's. Om in de tabel een verbinding te maken met de de uitkomsten van eerdere bodemstatistieken is het bodemgebruik in 1996 ook conform de nieuwe werkwijze berekend. Met ingang van het onderzoeksjaar 2000 wordt bij de inventarisatie van het bodemgebruik een nieuwe methodiek gevolgd. Voor dit jaar is gebruik gemaakt van de basisgeometrie van het digitale topografische basisbestand van de Topografische Dienst Nederland (TOP10Vector)(CBS, 2003).
Procentuele ontwikkeling bodemgebruikscategorieën per provincie.
Totale provincie-oppervlakte is exclusief IJsselmeer, Noord- en Waddenzee en Ooster- en Westerschelde.

Basistabel

StatLine: Bodemgebruik in Nederland; 1989; 1993; 1996 (CBS, 2000).StatLine: Bodemgebruik in Nederland vanaf 1996 (CBS, 2009).

Geografisch verdeling

Nederland, per gemeente, per provincie, per COROP-gebied.

Andere variabelen

Voor de meeste hoofdterreintypen zijn er meer onderverdelingen beschikbaar dan in de tabel hierboven worden weergegeven.

Verschijningsfrequentie

Eens in de twee à drie jaar

Achtergrondliteratuur

Bodemgebruik in Nederland geharmoniseerd met TOP10Vector (CBS, 2003).Bodemgebruik (CBS, 2005).

Betrouwbaarheidscodering

B (schatting gebaseerd op een groot aantal zeer accurate metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is).

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2010). Bodemgebruik in Nederland, 1979 - 2006 (indicator 0060, versie 07 , 1 oktober 2010 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.