Ledenaantal particuliere natuur- en milieuorganisaties, 1989 - 2014

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2014 is de totale aanhang van natuur- en milieuorganisaties verder gedaald. De daling is wel minder sterk dan in 2013. Greenpeace was met daling van 4% de grootste verliezer ten opzichte van 2013. Het Wereld Natuur Fonds (WNF) heeft de meeste leden (803.200), gevolgd door Natuurmonumenten (725.065) en Greenpeace (434.553).

Rol van natuurbeschermingsorganisaties

Particuliere natuurbeschermingsorganisaties spelen in Nederland een grote rol bij het beheer van natuurgebieden en het vormen van maatschappelijk draagvlak voor natuur en landschap. Het veiligstellen van natuur via beheer en aankoop blijkt het grootste publiek aan te spreken, want de drie hierop gerichte organisaties trekken samen ruim 86% van de op natuur georiënteerde donateurs. Natuurmonumenten en de gezamenlijke Provinciale Landschappen richten zich op beheer en aankoop van Nederlandse natuur, het WNF richt zich op bescherming van wereldwijde natuur.

Ledenaantallen in 2014

Het WNF en Natuurmonumenten hebben de steun van respectievelijk 11% en 10% van de Nederlandse huishoudens. Greenpeace is een goede derde met 6%. De Provinciale Landschappen worden door 4% van de Nederlandse huishoudens gesteund in 2014.
Alle organisaties voor natuur-, milieu- en dierenbescherming tezamen hebben in 2014 ruim 3,6 miljoen leden. Hiervan is 58% lid van een organisatie die zich primair op natuur richt, 23% is lid van een dierenwelzijnsorganisatie en 15% is lid van een organisatie die zich op milieu. De ledenaantallen zijn berekend met gegevens van 55 natuurorganisaties, 23 dierenwelzijnsorganisaties, waarvan de Dierenbescherming en het Internationaal Dierenfonds IFAW de grootste zijn, en 21 milieuorganisaties waarvan Greenpeace de grootste is.

Trends in de ledenaantallen

In de jaren negentig groeide de aanhang van de grotere natuurorganisaties sterk, maar na het jaar 2002 veranderde dit. Natuurmonumenten heeft vanaf dat moment te kampen met een afnemend ledenaantal. De lichte groei in 2012 en 2013 heeft zich niet doorgezet in 2014. Niet alle organisaties vertonen echter dezelfde trend. De aanhang van het WNF daalt pas sinds 2008 en in 2014 zet deze daling verder door. De ledenaantallen van de Provinciale Landschappen en de Vogelbescherming zijn sinds 2003 ongeveer stabiel. De Provinciale Landschappen hebben in 2014 nagenoeg dezelfde ledenaantallen als in 2008.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Ledenaantal particuliere natuur- en milieuorganisaties.
Omschrijving
De ledenaantallen van natuurbeschermingsorganisaties sinds begin jaren negentig en de ledenaantallen van veel van soortgelijke organisaties in 2014.
Verantwoordelijk instituut
Alterra Wageningen UR (Tineke de Boer).
Berekeningswijze
De informatie is tot 2003 afkomstig van de ledenadministraties van de Natuurmonumenten, WNF, De 12 Landschappen en Vogelbescherming Nederland. Van het WNF zijn alleen de volwassen leden meegeteld. Het WNF heeft ook nog jeugdleden, de "WNF-Rangers" en de Bamboeclub, en structurele giftgevers.
De overige ledenaantallen en de ledenaantallen vanaf 2003 zijn overgenomen uit de Vroege Vogels Parade van de VARA. Er zijn afwijkingen mogelijk tussen de voorgenoemde ledenadministraties en de gegevens van de Vroege Vogels Parade, omdat de gegevens uit de Parade schattingen zijn die een maand voor het einde van het jaar worden gemaakt. Vanaf 2003 is het ledenaantal van het WNF inclusief de jeugdleden.
Basistabel
Voor het CLO samengesteld.
Geografische verdeling
Nederland als geheel.
Andere variabelen
Geen.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks.
Betrouwbaarheidscodering
A-C. Voor de meeste organisaties is het een schatting waarvan de betrouwbaarheid verschillend is per organisatie.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
20
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Ledenaantal particuliere natuur- en milieuorganisaties, 1989 - 2014 (indicator 1281, versie 12,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.