Binnenlands verbruik van energiedragers per doelgroep, 1990-2005
Na een jarenlange groei is het verbruik van energiedragers in 2005 nagenoeg gelijk gebleven aan dat van het voorgaande jaar.
1990 | 1995 | 2000 | 2004 | 2005 | w.v. | |||
als brandstof in | als | |||||||
warmte-kracht-installaties1) | ovens, ketels, kachels, etc. | grondstof of als inzet voor omzetting in andere producten2) | ||||||
PJ | ||||||||
Totaal | 2 702 | 2 964 | 3 065 | 3 314 | 3 311 | 425 | 2 171 | 715 |
Energiebedrijven3) | 350 | 403 | 408 | 474 | 465 | 387 | 69 | 9 |
Industrie4) | 1 143 | 1 200 | 1 267 | 1 364 | 1 412 | 30 | 707 | 676 |
Consumenten | 404 | 455 | 432 | 438 | 425 | 0 | 425 | 0 |
Verkeer en vervoer | 375 | 421 | 462 | 488 | 486 | 0 | 482 | 4 |
Overige energie-afnemers5) | 430 | 486 | 496 | 549 | 523 | 9 | 488 | 27 |
Bron: CBS. | CBS/MNC/mrt07/0052 | |||||||
1) Voor omzetting in elektriciteit, stoom of warm water. 2) Inclusief verliezen bij omzetting. 3) Exclusief raffinaderijen en cokesfabrieken. 4) Inclusief raffinaderijen en cokesfabrieken. 5) Waaronder de doelgroepen Land- en tuinbouw, Bouw en Handel, diensten en overheid (HDO). |
Ontwikkelingen totale binnenlandse energieverbruik
Wellicht ten gevolge van energiebesparende maatregelen is het totale binnenlandse energieverbruik in 2005 gelijk gebleven ten opzichte van jaar er voor. Alleen in de industrie is het energieverbruik in 2005 met 3,5% toegenomen ten opzichte van 2004. Ook het energieverbruik bij de huishoudens is iets afgenomen. Dit wordt veroorzaakt door een lager aardgasverbruik als gevolg van de zachte seizoenen van 2005.
Referenties
- CBS (2006). StatLine: Energiebalans. CBS, Voorburg/Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over het Nederlandse energieverbruik is opgenomen in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
Technische toelichting
De in de tabel getoonde cijfers voor het energieverbruik van de industrie en energievoorziening wijken af van de gegevens die gepubliceerd zijn in de Energiebalans in StatLine (CBS, 2006). De onderverdeling energievoorziening en industrie volgens de doelgroepen voor het milieubeleid is anders dan die in de publicaties in StatLine zijn gebruikt (zie ook voetnoot 3 en 4 onder aan de tabel).
Archief van deze indicator
- Energieverbruik per sector, 1990-2021 (actuele versie , 30 aug 2022 )
- Energieverbruik per sector, 1990-2019 (v23 , 31 mrt 2021 )
- Energieverbruik per sector, 1990-2018 (v22 , 08 aug 2019 )
- Energieverbruik per sector, 2011-2016 (v21 , 01 feb 2018 )
- Energieverbruik per bedrijfstak, 2011-2015 (v20 , 07 sep 2016 )
- Energieverbruik per sector, 1990-2013 (v19 , 29 sep 2014 )
- Energieverbruik per sector, 1990-2012 (v18 , 18 dec 2013 )
- Energieverbruik per sector, 1990-2012 (v17 , 10 sep 2013 )
- Energieverbruik per sector, 1990-2011 (v16 , 07 aug 2012 )
- Binnenlands energieverbruik per sector, 1990-2010 (v15 , 08 mei 2012 )
- Binnenlands energieverbruik per sector, 1990-2009 (v14 , 24 nov 2010 )
- Binnenlands energieverbruik per sector, 1990-2009 (v13 , 20 jul 2010 )
- Binnenlands energieverbruik per sector, 1990-2008 (v12 , 22 jan 2010 )
- Binnenlands energieverbruik per sector, 1990-2008 (v11 , 28 aug 2009 )
- Binnenlands energieverbruik per sector, 1990-2007 (v10 , 06 feb 2009 )
- Binnenlands energieverbruik per sector, 1990-2007 (v09 , 16 sep 2008 )
- Binnenlands energieverbruik per sector, 1990-2006 (v08 , 25 jan 2008 )
- Binnenlands verbruik van energiedragers per doelgroep, 1990-2005 (v07 , 03 apr 2007 )
- Binnenlands verbruik van energiedragers per doelgroep, 1990-2005 (v06 , 04 sep 2006 )
- Binnenlands verbruik van energiedragers per doelgroep, 1990-2003 (v05 , 07 sep 2004 )
- Binnenlands verbruik van energiedragers per doelgroep, 1990-2002 (v04 , 21 okt 2003 )
- Binnenlands verbruik van energiedragers per doelgroep, 1990-2001 (v03 , 14 okt 2002 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2007). Binnenlands verbruik van energiedragers per doelgroep, 1990-2005 (indicator 0052, versie 07 , 3 april 2007 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.