Emissies naar lucht door de industrie, 1990-2008

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De industrie levert voor alle stoffen een belangrijk aandeel in de totale emissies in Nederland. Van de meeste stoffen is de emissie door de industrie (inclusief raffinaderijen) in de periode 1990-2008 aanzienlijk afgenomen.

IPCC en NEC199019952000200520072008*
        
  miljoen kg    
Broeikasgasemissies 1)      
Kooldioxide (CO2)51 30047 80045 90045 80046 00045 200
w.v.stationaire bronnen50 30046 60044 70044 40044 70043 700
 mobiele werktuigen1 0001 1701 2301 4001 3001 500
        
Distikstofoxide (N2O)23232221163,5
w.v.stationaire bronnen23232221163,5
 mobiele werktuigen0,010,010,010,010,010,01
        
Methaan (CH4)181818181817
w.v.stationaire bronnen181818181817
 mobiele werktuigen0,070,080,080,100,080,10
        
Verzurende en grootschalige emissies 2)3)      
Zwaveldioxide (SO2)1189147474540
Stikstofoxiden (NOx)987344434139
Ammoniak (NH3)4,64,12,72,31,91,9
VOS 4)1519969514543
Fijn stof (PM10)352213101010
        
Koolmonoxide (CO)5)272215161153151151
        
Bron: Emissieregistratie.CBS/MNC/sep09/0112
1) Conform de IPCC-richtlijnen; inclusief raffinaderijen.
2) Conform de NEC-richtlijnen; inclusief raffinaderijen.
3) Exclusief emissies mobiele werktuigen; deze vallen onder de doelgroep Verkeer en vervoer.
4) Vluchtige organische stoffen exclusief methaan (ook wel NMVOS genoemd).
5) Geen verzurende stof; berekend volgens de NEC-richtlijnen.
N.B. De cijfers over 2008 zijn voorlopig; in mei 2010 worden de definitieve cijfers gepubliceerd.

Ontwikkeling van de emissies naar lucht

Van de meeste stoffen is de emissie door de industrie (inclusief raffinaderijen) in de periode 1990-2000 aanzienlijk afgenomen. De dalingen waren voornamelijk het gevolg van een verschuiving van zware stookolie naar gassen als brandstof. Ook speelden technische maatregelen zoals schonere brandertechnieken, rookgasontzwaveling en selectieve katalytische reductie een rol. De emissie van kooldioxide (CO2) houdt rechtstreeks verband met de hoeveelheid koolstof in de verbruikte brandstof.
In de periode 2001-2008 zijn de meeste emissies vrijwel stabiel gebleven. Een uitzondering vormt de emissie van N2O: de sterke daling van N2O in 2008 ten opzichte van 2007 werd veroorzaakt door maatregelen (productiewijzigingen) bij de salpaterzuurproductie.

Bronnen

De stoffen komen vrij uit stationaire bronnen. Het gaat om de emissies die ontstaan bij de verbranding van fossiele brandstoffen in vuurhaarden en de emissies door industriële processen. Bij de broeikasgassen worden ook de emissies door mobiele werktuigen meegenomen.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Emissies naar lucht door de industrie
Omschrijving
Emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en perfluorkoolwaterstoffen (PFK's), chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) en zwavelhexafluoride (SF6)) en NEC-emissies van verzurende en grootschalige luchtverontreinigende stoffen (Zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), fijn stof (PM10), vluchtige organische stoffen, exclusief methaan (VOS) en koolmonoxide (CO) in de industrie.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek, in samenwerking in de Emissieregistratie (Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat-Waterdienst-Dienst Water en gebruik, Wageningen Universiteit-Alterra, SenterNovem, TNO, Deltares).
Berekeningswijze
De emissiegegevens voor de verzurende en grootschalige luchtverontreiniging zijn gepresenteerd volgens de sectorindeling volgens de NEC-richtlijn. Voor de stationaire bronnen komt een deel van de emissiegegevens uit de individuele milieujaarverslagen van bedrijven. Het overige deel wordt bijgeschat op basis van statistische gegevens uit onder andere de energiestatistieken, productiestatistieken van het CBS.
De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode.
Een deel van de emissiecijfers worden overgenomen uit milieujaarverslagen; de overige emissiecijfers worden berekend en bijgeschat. Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie
Basistabel
Alle data opvraagbaar op Emissieregistratie
Verder:
CBS-StatLine: IPCC-emissies naar lucht
CBS-StatLine: NEC-emissies naar lucht
Geografische verdeling
Nederland, provincie, postcode, 5*5 km2 (kaart)
Andere variabelen
Belasting oppervlaktewater, bodem-emissies, emissies oppervlaktewater, lucht-emissies, lucht-emissies volgens IPCC
In totaal circa 300 stoffen
Circa 1600 emissie-oorzaken en circa 1000 (individuele) puntbronnen
Verschijningsfrequentie
In mei definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1
Achtergrondliteratuur
Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten
Begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst
Opmerking
De emissiegegevens voor de verzurende en grootschalige luchtverontreiniging zijn gepresenteerd volgens de sectorindeling volgens de NEC-richtlijn. Voor de stationaire bronnen komt een deel van de emissiegegevens uit de individuele milieujaarverslagen van bedrijven. Het overige deel wordt bijgeschat op basis van statistische gegevens uit onder andere de energiestatistieken, productiestatistieken van het CBS. Zie voor de NEC-indeling Samenstelling doelgroepen van het milieubeleid
De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode. Zie CO2-emissies verklaard, voor een toelichting op de IPCC-emissies.
Betrouwbaarheidscodering
C (Gemiddeld; afhankelijk van emissieoorzaak en stof)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
36
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
33
versie‎
16
versie‎
05
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Emissies naar lucht door de industrie, 1990-2008 (indicator 0112, versie 14,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.