Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2021
Het elektrisch warmtekrachtvermogen (WKK-vermogen) in Nederland is in 2021 met 1,8 procent licht gestegen ten opzichte van 2020.
Ontwikkeling warmtekrachtvermogen 2021
Aan het einde van 2021 was het opgesteld elektrisch warmtekrachtvermogen (WKK-vermogen) in Nederland 12,2 GW, iets hoger dan aan het einde van 2020. Tussen 2005 en 2008 groeide het WKK-vermogen nog met gemiddeld 6 procent per jaar. In die periode nam het WKK-vermogen vooral decentraal toe doordat er in de glastuinbouw meer gasmotoren werden ingezet.
Eind 2021 was het aandeel WKK-vermogen 26 procent van het totaal opgestelde elektriciteitsvermogen in Nederland.
Toelichting centrale en decentrale installaties
Centrale productie van elektriciteit betreft de productie van elektriciteit door thermische of nucleaire installaties die regulier leveren aan het landelijke hoogspanningsnet. Dit worden ook wel de elektriciteitscentrales genoemd. Het landelijke hoogspanningsnet wordt beheerd door TenneT en bestaat uit de netten met een spanning van 110 kV en hoger.
Alle overige elektriciteitsproductie betreft decentrale productie: productie door thermische installaties die leveren aan een bedrijfsnetwerk of aan het openbare midden- of laagspanningsnet (lager dan 110 kV), plus alle productie van elektriciteit uit windenergie, waterkracht en zonne-energie. Decentrale thermische installaties staan opgesteld in bijvoorbeeld de glastuinbouw, voedings- en genotsmiddelenindustrie, papierindustrie, chemie, gezondheidszorg en afvalverbranding.
Thermische installaties wekken elektriciteit op door het verbranden van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa. Nucleaire centrales (kerncentrales) wekken elektriciteit op met de warmte die vrijkomt bij splitsing van atoomkernen in een kernreactor.
Relevantie
In 2021 werd 55 procent van de opgewekte elektriciteit in Nederland geproduceerd door verbranding van fossiele brandstoffen. De warmte die daarbij ontstaat, kan nuttig worden gebruikt door toepassing van warmtekrachtkoppeling. Het hogere rendement dat daarmee uit de brandstoffen wordt gehaald beperkt de uitstoot van schadelijke stoffen, zoals het broeikasgas kooldioxide (CO2). Warmtekrachtkoppeling levert daardoor een belangrijke bijdrage aan het behalen van de doelstellingen zoals geformuleerd in het Kyoto-protocol (1997) en in het Akkoord van Parijs (2015).
Referenties
- CBS. Nederlandse energiehuishouding (NEH) (korte onderzoekbeschrijving). CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS. Productiemiddelen elektriciteit (korte onderzoekbeschrijving). CBS, Den Haag / Heerlen
- CBS (2015). Elektriciteit in Nederland. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2023). StatLine: Elektriciteit; productie en productiemiddelen. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over de verbruik en productie van energie is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Opgesteld warmtekrachtvermogen
Omschrijving
Ontwikkeling van het centrale en decentrale opgestelde warmtekrachtvermogen in Nederland. Het decentraal opgestelde vermogen is uitgesplitst naar bedrijfstak.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
De cijfers worden verkregen uit een jaarlijkse enquête van het CBS onder bedrijven die elektriciteit produceren, aangevuld met enquêtes over hernieuwbare energie, rioolwaterzuiveringsinstallaties en landbouw. In Productiemiddelen elektriciteit (CBS) vindt u een korte beschrijving van de onderzoeksmethode. Aanvullende informatie kan worden gevonden in Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS).
Basistabel
StatLine: Elektriciteit productie en productiemiddelen (CBS, 2023)
Geografisch verdeling
Nederland
Andere variabelen
Er zijn cijfers over de productie van elektriciteit, de productie van de warmte die daarbij voor nuttig gebruik vrijkomt, de inzet van brandstoffen, hernieuwbare energiebronnen, en het opgestelde elektrisch en thermisch vermogen. De cijfers worden gegeven per type installatie, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar warmtekrachtkoppelingsinstallaties en overige installaties.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Elektriciteit in Nederland (CBS, 2015)
Betrouwbaarheidscodering
Centraal bij energiebedrijven: A (integrale enquête);
Energiebedrijven (incl. joint ventures): C (schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd);
Raffinaderijen en winningsbedrijven: B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is);
Chemie, voeding- en genotmiddelenindustrie, papierindustrie: B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is);
Overige industrie: C (schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd);
Land- en tuinbouw: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake);
Afvalverbranding: B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is);
Gezondheidszorg en overig: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake).
Archief van deze indicator
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2021 (actuele versie , 24 jul 2023 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2020 (v23 , 08 jun 2022 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2019 (v22 , 13 apr 2021 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2018 (v21 , 15 apr 2020 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2017 (v20 , 20 feb 2019 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2015 (v19 , 06 jul 2017 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2013 (v18 , 15 jun 2015 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2012 (v17 , 23 dec 2013 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2011 (v16 , 08 apr 2013 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2010 (v15 , 15 dec 2011 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2009 (v14 , 26 jan 2011 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2008 (v13 , 02 jul 2010 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2008 (v12 , 07 jan 2010 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2006 (v11 , 29 jan 2008 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2006 (v10 , 09 okt 2007 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2005 (v09 , 06 mrt 2007 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2005 (v08 , 03 aug 2006 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2004 (v07 , 25 apr 2006 )
- Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2004 (v06 , 21 dec 2005 )
- Opgesteld warmte/krachtvermogen, inclusief stadsverwarming, 1998-2003 (v05 , 26 nov 2004 )
- Opgesteld warmte/krachtvermogen, inclusief stadsverwarming, 1998-2002 (v04 , 28 okt 2003 )
- Opgesteld warmte/krachtvermogen, inclusief stadsverwarming, 1980-2000* (v03 , 15 okt 2002 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2023). Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2021 (indicator 0387, versie 24 , 24 juli 2023 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.