Energie en milieu

Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2006 is het opgestelde warmtekrachtvermogen bijna 7 procent groter dan in 2005. Vooral in de land- en tuinbouw is er een spectaculaire groei geweest.

    1998 2000 2003 2004 2005 2006*
             
  MW          
             
Totaal 8 965 9 238 9 556 10 490 10 740 11482
             
Centraal (SBI 40) 4 168 4 433 4 476 5 345 5 365 5 365
             
Totaal decentraal 4 797 4 805 5 080 5 145 5 375 6 117
Energieomzettingsbedrijven 1) 432 432 431 424 425 425
               
Industrie 2 620 2 540 2 884 2 869 2 793 2 795
w.v. chemie 1 566 1 470 1 826 1 804 1 746 1 760
  voeding en genotmiddelen 544 554 549 557 544 544
  papier 406 410 408 408 401 391
  overige industrie 104 106 101 100 102 100
               
Overig 1 744 1 832 1 765 1 853 2 158 2 897
w.v. land- en tuinbouw 919 995 960 1 042 1 240 1 841
  distributiebedrijven 318 320 318 317 315 315
  afvalverbranding 37 35 31 31 137 277
  gezondheidszorg en overig 470 482 456 463 466 464
               
Bron: CBS (2007). CBS/MNC/sept07/0387
1) Raffinaderijen en winningsbedrijven.

Ontwikkeling warmtekrachtvermogen

Het opgestelde warmtekrachtvermogen is in 2006 met 6,9 procent toegenomen ten opzichte van 2005. Deze toename is geheel decentraal gerealiseerd. Decentraal groeide het warmtekrachtvermogen met 13,8 procent. Dit komt vooral door een stormachtige groei van bijna 50 procent in het opgestelde vermogen aan gasmotoren in land- en tuinbouw.
Ultimo 2006 bedraagt het totaal opgestelde WKK-vermogen 11,5 GW. Ter vergelijking, aan het eind van 2006 is het totaal opgestelde elektriciteitsvermogen in Nederland 23,0 GW.

Referenties

Relevante informatie

  • Meer informatie over de productie door duurzame energie is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Technische toelichting

Het overgrote deel van de opgewekte elektriciteit in Nederland wordt geproduceerd door verbranding van fossiele brandstoffen. De warmte die daarbij ontstaat, kan nuttig worden gebruikt door toepassing van warmtekrachtkoppeling (WKK). Het hogere rendement dat daarmee uit de brandstoffen wordt gehaald beperkt de uitstoot van schadelijke stoffen, zoals het broeikasgas CO2. WKK levert daardoor een belangrijke bijdrage aan het behalen van de doelstellingen zoals geformuleerd in het Kyoto-protocol.Het opgestelde vermogen is uitgesplitst naar een centraal en een decentraal deel. Het centrale deel betreft de installaties die op reguliere basis elektriciteit leveren aan het hoogspanningsnet van netbeheerder TenneT. Het decentrale deel betreft alle andere installaties. De verdeling naar bedrijfstak is gebaseerd op de plaats waar de installatie is geplaatst. Een deel van de installaties is onderdeel van joint ventures van industriële bedrijven en energiedistributiebedrijven en zijn toegerekend aan de industriële bedrijven.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2007). Opgesteld warmtekrachtvermogen, 1998-2006 (indicator 0387, versie 10 , 9 oktober 2007 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.