Verkoopprijs woningen, 2013

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De prijzen van bestaande koopwoningen lagen in 2013 gemiddeld 6,6% lager dan in 2012. Door nieuwe huiseigenaren werd er gemiddeld 213 duizend euro betaald voor een verkochte woning. Voor het vijfde jaar op rij is dit een afname in prijs.

Huizenprijzen in 2013 een vijfde goedkoper vergeleken met topjaar 2008

Volgens de Prijsindex Bestaande Koopwoningen (PBK) lagen de prijzen in 2013 van bestaande woningen 6,6% lager dan in 2012. Vergeleken met 2008, toen de huizenprijzen een piek bereikten, lagen deze prijzen bijna 20% lager.
De uitgave aan woningen die in 2013 werden verkocht was gemiddeld 213 duizend euro. In 2008 lag dit bedrag nog op 255 duizend euro; een afname van 16%. Deze afname is lager dan de eerder genoemde 20%. Dit komt doordat bij de gemiddelde verkoopprijs geen rekening wordt gehouden met eventuele verschillende kenmerken van de verkochte woningen. Uit het feit dat de gemiddelde verkoopprijs minder afnam dan de huizenprijzen, kan geconcludeerd worden dat in 2013 gemiddeld meer uit het relatief duurdere segment werd verkocht dan in 2008.

In Zeeland de kleinste prijsdaling

In de afgelopen vijf jaar zijn de huizenprijzen in alle provincies afgenomen. In Noord-Brabant, Gelderland en Friesland was deze daling het grootst met meer dan 21%. Tussen alle prijsdalingen valt Zeeland op. Hier namen de prijzen met ongeveer 12% af. Ter vergelijking: de provincie met de op één na kleinste daling is Flevoland met 17,5%.
Net als in andere jaren ligt de gemiddelde verkoopprijs van woningen die verkocht werden in Groningen het laagst en in Utrecht het hoogst. Gemiddeld werd er in Utrecht 86 duizend euro meer betaald dan in Groningen.

Forse afname van de gemiddelde verkoopprijs in Blaricum

Wederom werd in de gemeente Blaricum gemiddeld het meest betaald voor een verkochte woning. Toch lag deze gemiddelde prijs van 609 duizend ruim anderhalve ton lager dan in 2012. Naast Blaricum werden in nog drie andere gemeenten gemiddeld meer dan een half miljoen euro neergelegd voor een verkochte woning. Dit waren Bloemendaal, Laren (NH) en Wassenaar.
In totaal zijn er 22 gemeenten waar minder dan 150 duizend voor een woning werd betaald. De helft van deze gemeentes liggen in de provincie Groningen. In gemeente Pekela (Gr) wordt gemiddeld het minst betaald. Men betaalde in deze gemeente gemiddeld 123 duizend euro voor een woning.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Verkoopprijs woningen, 2013
Omschrijving
In deze tabel worden de ontwikkelingen van de verkoopprijzen van bestaande koopwoningen weergegeven. Naast de prijsindexcijfers worden ook aantallen verkochte woningen gepubliceerd en de gemiddelde verkoopprijs van deze woningen. De cijfers hebben betrekking op woningen die zich al op de woningmarkt bevinden, op Nederlandse grond staan en die zijn aangekocht door een particulier en bestemd zijn voor permanente bewoning door een particulier.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Berekeningswijze
Het Kadaster legt alle verkooptransacties van onroerend goed in Nederland vast. Als een woning van eigenaar wisselt dan registreert het Kadaster de verkoopprijs, het adres van de woning, het woningtype en de overdrachtsdatum. Deze informatie wordt gekoppeld aan de meest recente WOZ-waarden (WOZ staat voor Waardering Onroerende Zaken) van de betreffende woningen die bij het CBS bekend zijn. De index wordt vervolgens berekend door de verkoopprijzen in de verslagperiode te vergelijken met de meest recente WOZ-waarden van deze verkochte woningen. In de indexformule is een factor opgenomen die corrigeert voor eventuele onder- of overwaardering van de WOZ-waarden. De berekeningswijze die wordt gehanteerd staat bekend als de Sales Price Appraisal Ratio (SPAR) methode. Een uitgebreide beschrijving van de SPAR-methode en de uitvoering van het onderzoek is te vinden in het artikel Prijsindex Bestaande Koopwoningen Methodebeschrijving.De gemiddelde verkoopprijs kan een ander verloop weergeven dan de Prijsindex Bestaande Koopwoningen (PBK). De gemiddelde koopsom weerspiegelt namelijk de gemiddelde prijs van woningen die verkocht zijn in een specifieke periode. Doordat elke periode andere woningen worden verkocht, wordt er geen rekening gehouden met eventuele verschillende kenmerken van de verkochte woningen. Bij de berekening van de PBK gebeurt dit wel. Het verschil tussen de gemiddelde koopsom per periode is dus een mengeling van het verschil in prijs en kwaliteit van de verkochte woningen, terwijl bij de PBK het verschil wordt verklaard door de prijs. Zie voor meer informatie hierover het artikel "Waarom de gemiddelde koopsom geen huizenprijsindicator is".
Geografische verdeling
Landsdelen, Provincies en 4 grootste gemeenten
Verschijningsfrequentie
Per jaar
Achtergrondliteratuur
CBS (2014) Prijsindex Bestaande Koopwoningen Methodebeschrijving, Den Haag, CBS.Van der Wal, E., Tamminga, W (2008) Waarom de gemiddelde koopsom geen huizenprijsindicator is. CBS en Kadaster.De Haan, J., Van der Wal, E., De Vries, P. (2009) The measurement of house prices: A review of the Sale Price Appraisal Ratio Method. Journal of Economic and Social Measurement, 34, 51-86.
Opmerking
Vanaf 21 februari 2013 is het detailniveau in de gezamenlijke publicaties van het CBS en het Kadaster over de verkoopprijs van woningen teruggebracht vanwege de forse afname in het aantal verkopen. Hierdoor is er geen prijsinformatie meer beschikbaar over eengezinswoningen en appartementen naar provincie.
Betrouwbaarheidscodering
A (Integrale waarneming)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
10
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Verkoopprijs woningen, 2013 (indicator 2115, versie 05,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.