Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid, 1995-2013

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Uit voorlopige cijfers blijkt dat de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de Nederlandse economie in 2013 met 0,4 procent is gekrompen. In de tweede helft van het jaar tekende zich echter een licht herstel af. De werkgelegenheid is voor het tweede achtereenvolgende jaar afgenomen, in 2013 met 97 duizend.

Over geheel 2013 nog krimp economie, herstel tweede helft jaar

Uit voorlopige cijfers blijkt dat de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de Nederlandse economie in 2013 met 0,4 procent is gekrompen. In de tweede helft van het jaar tekende zich echter een licht herstel af. Dit herstel werd onderbroken door een terugval in het eerste kwartaal van 2014. Het vanwege de zachte winter zeer lage gasverbruik was hier echter voor een groot deel debet aan; in het tweede kwartaal van 2014 zette het herstel voorzichtig door. Het gasverbruik was juist groot in het eerste kwartaal van 2013, vanwege een strenge winter. De kou vertaalde zich in een zeer sterke groei van de delfstoffenwinning in 2013. Voor de rest was er in de meeste bedrijfstakken sprake van krimp. De bouw kende de sterkste achteruitgang, met een krimp van 4,4 procent. De industrie kromp met 0,4 procent. De aanhoudende periode van laagconjunctuur leidde in 2013 tot een verdere verslechtering van de werkgelegenheid. De werkgelegenheid, uitgedrukt in het arbeidsvolume van werkzame personen in arbeidsjaren, is voor het tweede achtereenvolgende jaar afgenomen, in 2013 met 97 duizend.

Handel, diensten en overheid leveren grootste bijdrage aan bruto toegevoegde waarde

De grootste bijdrage aan de bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid wordt geleverd door de handel, overige commerciële dienstverleners en de overheid. Na de krimp in 2009 door de economische crisis herstelden deze bedrijfstakken zich in 2010 en 2011 licht, waarna in 2012 en 2013 toch weer een krimp werd geboekt. De bouw heeft veruit het meeste te lijden van de crisis. De bouwproductie en de bijbehorende toegevoegde waarde lagen in 2013 bijna een kwart lager dan in 2008. In 2013 is het volume van de toegevoegde waarde van de bouw wederom sterk gedaald met 8,2 procent ten opzichte van 2012. Dit kwam vooral door de malaise op de markt voor koopwoningen. Het aantal bouwvergunningen verleend voor nieuwe woningen is in 2013 evenals in 2012 met ongeveer 30 procent gedaald ten opzichte van het voorafgaande jaar. (CBS, 2014b).

Kleine afname werkgelegenheid in 2013

Uit de voorlopige cijfers van 2013 blijkt dat er een afname van de werkgelegenheid was van 1,4 procent ten opzichte van het voorliggende jaar. De afname komt overeen met 97 duizend arbeidsjaren. Bij de totale dienstverlening is de werkgelegenheid in 2013 met 56 duizend arbeidsjaren gedaald, waarvan 20 duizend bij de overheid en zorg. Ook bij vrijwel alle andere sectoren is er nog steeds sprake van een daling van de werkgelegenheid. Het sterkst bij de bouw.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid
Omschrijving
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle sectoren samen plus het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en het verschil tussen toegerekende en afgedragen BTW
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Voor alle sectoren in de nationale economie wordt de toegevoegde waarde bepaald. Het CBS haalt de gegevens voor de statistieken uit veel verschillende bronnen. Per onderzoek staat aangegeven hoe en waar de gegevens worden verzameld.
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Netto binnenlandsproduct (marktprijzen), toegevoegde waarde (bruto, netto in basisprijzen), nationaal inkomen, beschikbaar nationaal inkomen, consumptieve bestedingen
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Opmerking
Doordat geen sluitende vertaling gemaakt kan worden van de economische sectoren zoals het CBS die waarneemt naar de doelgroepen of milieubeleidsectoren, omvat een aantal van de gepresenteerde doelgroepen/sectoren een bredere economische sector.
Er heeft onlangs een herberekening (een zogenaamde revisie) plaatsgevonden van de statistiek van de Nationale rekeningen. De cijfers over de voorgaande jaren zijn teruggerekend tot 1969.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
23
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid, 1995-2013 (indicator 0002, versie 15,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.