Gevaarlijk afval per deelstroom, 1990-2003
Sinds 1990 is de hoeveelheid gevaarlijk afval verdrievoudigd. De grootste bijdragen bestaan uit C3-afvalstoffen en afvalwater uit de industrie.
Type afval | 1990 | 1995 | 1999 | 2000 | 2002 | 2003 |
miljoen kg | ||||||
Totaal1) | 622 | 868 | 1 500 | 1 785 | 1 797 | 1 678 |
Halogeenarme oplosmiddelen | 29 | 36 | 58 | 73 | 63 | 79 |
HKW-houdende afvalstoffen | 26 | 25 | 25 | 38 | 39 | 36 |
Fotografische afvalstoffen | 16 | 18 | 18 | 17 | 16 | 13 |
Zuren en basen | 31 | 45 | 65 | 72 | 71 | 61 |
Afgewerkte olie2) | 53 | 40 | 54 | 55 | 54 | 52 |
Oliehoudende sludges | 106 | 104 | 139 | 165 | 179 | 184 |
Verf- en inktafvalstoffen | 25 | 34 | 38 | 37 | 40 | 39 |
Afvalwater | 65 | 120 | 319 | 395 | 325 | 262 |
Overige organische afvalstoffen | 95 | 133 | 163 | 181 | 229 | 208 |
C1-afvalstoffen3) | 1 | 1 | 0 | 1 | 0 | 0 |
C2-afvalstoffen3) | 32 | 87 | 118 | 102 | 128 | 176 |
C3-afvalstoffen3) | 113 | 109 | 353 | 483 | 423 | 313 |
Verontreinigd straalgrit | 18 | 29 | 26 | 23 | 25 | 22 |
Ferro en non-ferro afvalstoffen | 6 | 14 | 26 | 28 | 29 | 15 |
Batterijen | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Loodaccu's | 0 | 25 | 32 | 29 | 26 | 27 |
Gasontladingslampen | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Specifiek ziekenhuisafval | 0 | 6 | 6 | 6 | 7 | 7 |
Zwavelhoudende afvalstoffen | 2 | 16 | 25 | 18 | 18 | 17 |
Niet ingedeeld | 2 | 25 | 32 | 60 | 121 | 163 |
Bron: LMA | CBS/MNC/jan05 | |||||
1) Exclusief scheepsafval en verontreinigde grond. 2) In 1990 behoorde afgewerkte olie formeel niet tot het gevaarlijk (toen nog chemisch) afval. 3) C1-, C2- en C3-afvalstoffen zijn (met zware metalen verontreinigde) vaste anorganische afvalstoffen die niet of moeilijk verwerkbaar zijn en daarom veelal gestort dien(d)en te worden. |
Hoeveelheid gevaarlijk afval sinds 1990 verdrievoudigd
De hoeveelheid gemeld gevaarlijk afval is sinds 1990 bijna drie keer zo groot geworden. Een deel van de C1-, C2- en C3-afvalstoffen wordt inmiddels bewerkt ten behoeve van nuttige toepassing. De stijging in de hoeveelheid C3-afvalstoffen is onder andere veroorzaakt door zeef- en brekerzand, dat is vrijgekomen bij verwerkers van bouw- en sloopafval, en de toegenomen hoeveelheid reinigingsresiduen. De toename van de hoeveelheid afvalwater is vooral veroorzaakt doordat bedrijven niet meer aan de lozingseisen konden voldoen en het verontreinigde water moesten afvoeren voor fysisch/chemische behandeling. Het meeste gevaarlijk afval komt vrij in de industrie.Voor de vergelijkbaarheid van de gegevens is de indeling in deelstromen gehandhaafd en niet omgezet naar een indeling in sectorplannen van het Landelijk afvalbeheerplan.
Beleid
Voor de gegevens is nog uitgegaan van de meldingen gevaarlijk afval zoals gedaan zijn aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA), op basis van het onderscheid gevaarlijk / niet-gevaarlijk afval geregeld via het BAGA. Per 1 januari 2005 zal bij de meldingen van zowel gevaarlijk afval als niet-gevaarlijk afval voortaan uitgegaan worden van de Europese Afvalstoffenlijst (Eural). Als gevolg van deze nieuwe, binnen Europa uniforme lijst, zullen een aantal afvalstromen van gevaarlijk naar niet-gevaarlijk afval overgaan of van niet-gevaarlijk naar gevaarlijk afval.
Referenties
- VROM (2002). Informatiedocument gevaarlijk afval 1998-2000. Ministerie van VROM, Den Haag.
Archief van deze indicator
- Gevaarlijk afval per deelstroom, 2018 (actuele versie , 10 nov 2020 )
- Gevaarlijk afval per deelstroom, 2014 (v09 , 01 jun 2017 )
- Gevaarlijk afval per deelstroom, 2010 (v08 , 03 jul 2013 )
- Gevaarlijk afval per deelstroom, 2008 (v07 , 22 sep 2010 )
- Gevaarlijk afval per deelstroom, 1990-2005 (v06 , 21 dec 2007 )
- Gevaarlijk afval per deelstroom, 1990-2004 (v05 , 27 jan 2006 )
- Gevaarlijk afval per deelstroom, 1990-2003 (v04 , 11 jan 2005 )
- Gevaarlijk afval per deelstroom, 1990-2000 (v03 , 23 sep 2002 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2005). Gevaarlijk afval per deelstroom, 1990-2003 (indicator 0207, versie 04 , 11 januari 2005 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.