Milieu-investeringen naar sector en milieucompartiment, 2013-2017

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2017 zijn de totale milieu-investeringen ruim 5 procent hoger dan in het voorgaande jaar 2016 maar bijna 23 procent lager dan het topjaar 2015 waarin er grote investeringen waren in natuur- en landschap. Het niveau van investeringen bij zowel bedrijven als overheden toont een grillig karakter. Zo zijn bij bedrijven de investeringen ruim 2 keer zo hoog in 2015 dan in 2013 om vervolgens in 2016 weer terug te vallen in de buurt van het niveau van 2013. De investeringen van de overheid tonen een zelfde soort verloop gedurende deze jaren. De investeringen in afval zijn met ruim 50 procent gestegen gedurende deze periode.

Algemene ontwikkelingen

Strengere milieueisen hebben vooral in het midden van de jaren negentig geleid tot forse investeringen door waterschappen en afvalbedrijven in nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallaties en afvalverbrandingsinstallaties. Ook grote projecten binnen de chemie, openbare nutsbedrijven en raffinaderijen zorgden voor grote investeringsimpulsen.
Aankoop van natuurterreinen en milieubeschermende maatregelen bij het in gebruik nemen van moderne energiecentrales kan grote invloed hebben op het niveau van de investeringen.

Milieu-investeringen naar milieucompartiment

In de periode 2013-2017 zijn de investeringen in water licht gedaald terwijl de investeringen in afval gedurende deze periode zijn gestegen met ruim 50 procent. Investeringen in geluid zijn relatief laag ten opzichten van de andere compartimenten. Door de aankoop van natuurgronden vertonen de Investeringen in het compartiment natuur een sterke piek in 2015 gevolgd door een scherp daling in 2016 en 2017. Investeringen in lucht zijn relatief laag t.o.v. de totale milieu-investeringen aangezien dit alleen milieu beperkende maatregelen betreft en geen investeringen in hernieuwbare energie. Het gaat hier om de kosten van maatregelen om (directe) emissies van (verzurende) stoffen en de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, bijvoorbeeld door het plaatsen van een roetfilter. Deze kosten worden voornamelijk gemaakt door de industrie.

Lopende prijzen

Alle bedragen in deze indicator zijn uitgedrukt in lopende prijzen. Dit zijn de bedragen die in de betreffende jaren daadwerkelijk zijn betaald. Voor meer informatie over lopende prijzen lees de technische toelichting.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Milieu-investeringen naar sector en compartiment
Omschrijving
Ontwikkeling van de investeringen door de Nederlandse samenleving in het milieu naar economische sector en milieucompartiment.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
In de Environmental protection expenditure accounts is in detail vastgelegd wat tot de milieu-uitgaven moet worden gerekend, en hoe deze worden berekend.
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Opmerking
Het CBS publiceert de gegevens over milieu-uitgaven, milieu-investeringen, netto milieulasten, milieuheffingen en milieubelastingen in lopende prijzen. Lopende prijzen wil zeggen dat het gaat om bedragen die in de betreffende jaren daadwerkelijk betaald zijn. Met andere woorden, de bedragen zijn steeds weergegeven in het prijsniveau van het betreffende jaar, oftewel de bedragen zijn niet gecorrigeerd voor prijspeilontwikkelingen.

In de nieuwe internationale opzet, bevatten de milieu-investeringen ook de investeringen in het compartiment natuur- en landschapsbeheer.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Milieu-investeringen naar sector en milieucompartiment, 2013-2017 (indicator 0421, versie 11,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.