Netto arbeidsparticipatie, 2016
De netto arbeidsparticipatie in Nederland is in 2016 licht gestegen ten opzichte van 2015. Regionale verschillen in arbeidsparticipatie zijn over het algemeen beperkt. Alleen gemeenten in de provincies Groningen, Zeeland en Zuid-Limburg hebben een relatief lage arbeidsparticipatie.
Lichte stijging arbeidsparticipatie
De arbeidsdeelname van de 15- tot 75-jarigen lag in 2016 op net iets minder dan 66% en is daarmee licht gestegen ten opzichte van 2015. Dit geldt zowel voor mannen als voor vrouwen. Wel lag deze nog 2 procentpunten lager dan in 2008 toen de netto arbeidsparticipatie een piek bereikte van 68%. Na 2008 daalde vooral de arbeidsparticipatie onder mannen. Deze daling stopte in 2014 terwijl de arbeidsparticipatie onder vrouwen toen nog met een procentpunt daalde.
Van de vier grote steden heeft Utrecht het hoogste aandeel werkenden
Van de vier grootste gemeenten is de netto arbeidsparticipatie het hoogst in Utrecht (70%) en Amsterdam (68%). In Den Haag en Rotterdam ligt dit aandeel werkenden beduidend lager dan het landelijke gemiddelde, met respectievelijk 60% en 57% van de mensen tussen de 15 en 75 jaar heeft werk.
Hogere arbeidsparticipatie in midden van het land
De arbeidsparticipatie is vooral in het midden van het land hoog. Dit loopt van de kleine gemeentes in Zuid-Holland tot aan de kop van Overijssel. De arbeidsparticipatie is het laagste in gemeenten in Oost-Groningen en Zuid-Limburg.
Referenties
- CBS (2016). Statline: Arbeidsdeelname, regionale indeling 2016. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2011). Small area estimates of labour status in Dutch municipalities. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Hoogopgeleiden, 2022
- Meer gegevens over de beroepsbevolking is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Netto arbeidsparticipatie, 2016
Omschrijving
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiëleberoepsbevolking. Tot de werkzame beroepsbevolking behoren alle personen van 15 tot en met 74 jaar met betaald werk van minimaal 1 uur per week of meer. De potentiële beroepsbevolking betreft alle personen in Nederland van 15 tot en met 74 jaar.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Sebastian Alejandro Perez
Berekeningswijze
Werkzame beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar gepercenteerd op de bevolking van 15 tot 75 jaar (exclusief de bevolking in inrichtingen, instellingen en tehuizen (IIT-ers)). De cijfers naar regio zijn bepaald met een modelgebaseerde schattingsmethode. Om de kwaliteit van de modellen te verhogen zijn model variabelen opgenomen met een sterk voorspellend karakter voor de doelvariabele. Voor het schatten van de modelparameters wordt gebruik gemaakt van Bayesiaanse schattingsmethoden. Meer informatie over de schattingsmethodiek is te vinden in de publicatie Small area estimates of labour status in Dutch municipalities (CBS, 2011).
Basistabel
Statline: Arbeidsdeelname, regionale indeling 2016 (CBS, 2016)
Geografisch verdeling
Gemeenten
Andere variabelen
Onderwijsniveau van de bevolking
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Zie voor de korte onderzoeksbeschrijving de toelichting van de Enquête beroepsbevolking (EBB) op de website van het CBS.
Opmerking
Ten opzichte van de verslagjaren 2009 tot en met 2013 (versies 1 t/m 5) is er sprake van een verandering van zowel het begrip werkzaam als de populatie. In de verslagjaren 2014, 2015 en 2016 (versies 6, 7 en 8) is een persoon werkzaam als hij/zij werk heeft van 1 uur of meer in de week. Dit was, in de versies 1 tot en met 5, 12 uur of meer per week. De populatie betreft nu personen in de leeftijd 15 tot 75 jaar. Dit was, in de versies 1 tot en met 5, 15 tot 65 jaar.In de verslagjaren 2014, 2015 en 2016 is voor het eerst gebruik gemaakt van de kleine domein schatter methode voor nauwkeurige uitkomsten.
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
- Netto-arbeidsparticipatie, 2022 (actuele versie , 04 jul 2023 )
- Netto-arbeidsparticipatie, 2021 (v13 , 05 jul 2022 )
- Nettoarbeidsparticipatie, 2020 (v12 , 26 mei 2021 )
- Netto arbeidsparticipatie, 2019 (v11 , 27 mei 2020 )
- Netto arbeidsparticipatie, 2018 (v10 , 05 jun 2019 )
- Netto arbeidsparticipatie, 2017 (v09 , 29 mei 2018 )
- Netto arbeidsparticipatie, 2016 (v08 , 16 nov 2017 )
- Netto arbeidsparticipatie, 2015 (v07 , 28 jun 2016 )
- Netto arbeidsparticipatie, 2014 (v06 , 22 jul 2015 )
- Netto arbeidsparticipatie, 2013 (v05 , 18 jul 2014 )
- Netto arbeidsparticipatie, 2012 (v04 , 12 jul 2013 )
- Netto arbeidsparticipatie, 2011 (v03 , 15 mei 2012 )
- Netto arbeidsparticipatie Nederland (2008-2010) (v02 , 06 jul 2011 )
- Netto arbeidsparticipatie Nederland (2007-2009) (v01 , 06 aug 2010 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2017). Netto arbeidsparticipatie, 2016 (indicator 2099, versie 08 , 16 november 2017 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.