Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens, 1997-2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Sinds 1997 is het aantal passagiers op Nederlandse luchthavens met 51% gegroeid. In 2009 trad een terugval op ten opzichte van 2008, veroorzaakt door de economische terugval, gevolgd door een licht herstel. Ook bij het goederenvervoer door de lucht was dit beeld zichtbaar. Het aantal vliegbewegingen is in die periode met 1,3% gestegen.

Ontwikkelingen in de luchtvaart in 2010

Uit cijfers over 2010 over het aantal vervoerde passagiers en hoeveelheid goederen weer is toegenomen ten opzichte van 2009, terwijl het aantal vluchten vrijwel gelijk is gebleven. Deze ontwikkeling laat zien dat de gevolgen van de economische terugval voor de kredietcrisis laten zien dat efficiënter met vluchten wordt omgegaan.

Schiphol verreweg de belangrijkste luchthaven van Nederland

Schiphol heeft verreweg het grootste aandeel in het luchtvervoer. In 2010 ging 93% van het aantal passagiers en 96% van het goederenvervoer via Schiphol. Bijna 84% van het aantal vluchten (overlandbewegingen) vindt van en naar Schiphol plaats.

Aantal vliegtuigbewegingen afgenomen

Het totaal aantal vliegtuigbewegingen (overland- plus terreinbewegingen) vanaf Nederlandse luchthavens is in de periode 1997-2010 met 14% gedaald. Dit komt voor rekening van de afname van het aantal terreinbewegingen met ruim 50%. Het aantal overlandbewegingen is in de periode 1997-2008 met 12% toegenomen tot 520 duizend. In 2010 nam het aantal af tot 474 duizend.

Effecten luchtverkeer

De toename van het luchtverkeer en de daarmee samenhangende ondervonden geluidhinder heeft geleid tot meer klachten over vlieggeluid en meer gezondheidsproblemen als gevolg van slaapstoornissen.


Daarnaast vermindert de externe veiligheid voor omwonenden door het toegenomen aantal vliegbewegingen.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse vliegvelden
Omschrijving
Vliegbewegingen en handelsverkeer van luchtvaartmaatschappijen met als hoofdactiviteit het commerciële vervoer van reizigers, vracht en post tegen betaling. Op de luchthavens van Amsterdam (Schiphol), Rotterdam (Zestienhoven), Eindhoven, Maastricht (Maastricht-Aken) en Groningen (Eelde) en 11 kleinere burgerluchthavens.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Het onderzoek is gebaseerd op integrale waarneming van alle vluchten van/naar Nederlandse luchthavens met burgerluchtvaart
De luchthavenautoriteiten leggen de gegevens van alle starts en landingen vast in een geautomatiseerd registratiesysteem. Het CBS ontvangt hieruit maandelijks een bestand met relevante statistische informatie. Van elke vlucht zijn gegevens opgenomen over ondermeer het aantal vervoerde passagiers en/of de omvang van de vervoerde lading, naar herkomst en bestemming van de vlucht (land en luchthaven).
Geografische verdeling
Nederland; 5 hoofdluchtvaartterreinen; 11 kleinere burgerluchthavens.
Andere variabelen
Herkomst/bestemming passagiers en goederen en post (binnen Europa EU en niet-EU en intercontinentaal (Afrika, Amerika, Azië, per deelcontinent)
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks. (Aanlevering van grondmateriaal geschiedt maandelijks)
Achtergrondliteratuur
Achtergrondgegevens over de Statistiek van de luchtvaart:
Opmerking
Overlandbewegingen zijn vliegbewegingen waarbij de opstijging en de daarop volgende landing niet op hetzelfde luchtvaartterrein plaatsvinden. Bij terreinbewegingen vinden deze wel op hetzelfde terrein plaats. Voor een verklaring van de overige gebruikte termen wordt verwezen naar de referenties.
Betrouwbaarheidscodering
A (Integrale enquête)

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens, 1997-2010 (indicator 0028, versie 12,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.