Ontwikkelingen in de maatschappij

Consumptieve bestedingen, 1990-2007

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2007 is de werkelijke individuele consumptie door huishoudens licht toegenomen ten opzichte van 2006.

  1990 1995 2000 2005 2006* 2007*
             
  volume-index (1990=100)        
             
Voedingsmiddelen 100 109,5 120,0 127,0 130,6 133,6
Genotmiddelen 100 105,8 113,3 111,2 113,8 117,1
Duurzame consumptiegoederen 100 103,1 145,3 146,7 155,4 162,9
w.o. huishoudelijke apparaten 100 107,8 169,8 208,3 238,7 276,4
  vervoermiddelen en onderdelen 100 100,3 136,4 134,4 138,5 141,5
Overige goederen en diensten 100 113,7 139,7 153,1 155,2 152,2
w.o. motorbrandstoffen 100 125,3 135,9 144,2 147,8 147,8
  verwarming, verlichting en water 100 116,0 117,8 96,6 96,8 93,5
               
Consumptieve bestedingen door huishoudens1) (binnenlands) 100 110,3 137,0 144,0 144,2 147,3
Werkelijke individuele consumptie 100 110,3 133,7 142,1 146,1 149,7
             
Bron: CBS (2008). CBS/MNC/nov08/0032
1) Inclusief Instellingen zonder winstoogmerk (IZW) ten behoeve van huishoudens.

Ontwikkelingen in de consumptie

De consumptie van alle huishoudens tezamen is in 2007 (voorlopig cijfer) licht toegenomen ten opzichte van 2006, ondanks de groei van de bruto toegevoegde waarde van de Nederlandse economie met 3% in 2007. Een lichte toename is te constateren bij de consumptie van voedingsmiddelen, genotmiddelen en duurzame consumptiegoederen (huishoudelijke apparaten).
Door de invoering van het nieuwe zorgstelsel in 2006 is een deel van de consumptie van huishoudens verschoven naar de zogenaamde consumptie in natura. Dat maakt deel uit van de consumptie van de overheid. Bij de diensten is dit terug te vindenin een daling van het indexcijfer van overige goederen en diensten; de index nam af van 153,1 in 2006 naar 152,2 in 2007. In de werkelijke individuele consumptie is ook de consumptie in bnatura opgenomen. Hier is het effect van de verschuiving dus weer ongedaan gemaakt. De werkelijke individuele consumptie van 2006 en 2007 is dus in dit geval beter vergelijkbaar met de cijfers van 2005 dan de consumptie van de huishoudens zelf.

Referenties

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Consumptieve bestedingen

Omschrijving

De ontwikkeling van de consumptieve bestedingen door huishoudens

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek

Berekeningswijze

Zie begrippenlijst op www.cbs.nl: consumptieve bestedingen

Basistabel

StatLine: Goederen en diensten; consumptie

Geografisch verdeling

Nederland

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks

Achtergrondliteratuur

Meer informatie: ThemabeschrijvingClassificatie van Producten naar ActiviteitBegrippen.

Opmerking

Doordat geen sluitende vertaling gemaakt kan worden van de economische sectoren zoals het CBS die waarneemt naar de doelgroepen of milieubeleidsectoren, omvat een aantal van de gepresenteerde doelgroepen/sectoren een bredere economische sector.Er heeft onlangs een herberekening (een zogenaamde revisie) plaatsgevonden van de statistiek van de Nationale rekeningen. De cijfers over de voorgaande jaren zijn teruggerekend tot 1987.

Betrouwbaarheidscodering

Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2008). Consumptieve bestedingen, 1990-2007 (indicator 0032, versie 09 , 14 november 2008 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.