Consumptieve bestedingen, 1995-2010
In 2010 is de werkelijke individuele consumptie door huishoudens licht toegenomen ten opzichte van 2009.
1995 | 2000 | 2005 | 2008 | 2009* | 2010* | ||
volume-index (2005=100) | |||||||
Voedingsmiddelen | 86,2 | 94,6 | 100 | 104,3 | 103,0 | 104,7 | |
Genotmiddelen | 95,2 | 101,9 | 100 | 106,4 | 103,7 | 103,3 | |
Duurzame consumptiegoederen | 70,2 | 99,1 | 100 | 113,5 | 105,6 | 107,2 | |
w.o. | huishoudelijke apparaten | 51,7 | 81,5 | 100 | 144,1 | 133,1 | 138,3 |
vervoermiddelen en onderdelen | 74,6 | 101,5 | 100 | 108,9 | 97,7 | 106,5 | |
Overige goederen en diensten | 76,2 | 93,5 | 100 | 99,5 | 97,8 | 98,5 | |
w.o. | Motorbrandstoffen | 86,8 | 94,2 | 100 | 103,1 | 101,5 | 95,1 |
verwarming, verlichting en water | 120,0 | 121,9 | 100 | 101,7 | 99,4 | 108,4 | |
Consumptieve bestedingen door huishoudens1) (binnenlands) | 76,6 | 95,1 | 100 | 102,9 | 100,0 | 100,9 | |
Werkelijke individuele consumptie | 77,7 | 94,1 | 100 | 106,9 | 106,1 | 107,2 | |
Bron: CBS (2011). | CBS/CLO/nov11/0032 | ||||||
1) Inclusief instellingen zonder winstoogmerk (IZW) ten behoeve van huishoudens. |
Ontwikkelingen in de consumptie
De consumptie door huishoudens (binnenlands) is in 2010 gestegen met 0,9 procent. Het weer was in 2010 van grote invloed op de consumptie. Het jaar begon en eindigde koud. Hierdoor werd er fors meer gas verbruikt, wat zich uitte in hogere consumptiegroeicijfers. Zonder deze incidentele stimulans van het hogere gasverbruik was het consumptievolume vrijwel gelijk geweest aan dat in 2009. De toename van de bestedingen aan goederen was met 1,4 procent groter dan die van de bestedingen aan diensten, die slechts 0,6 procent bedroeg.
De consumptie van voedings- en genotmiddelen groeide met 0,9 procent. Deze uitgaven zijn weinig conjunctuurgevoelig en kennen een onderliggende stijgende trend, ook al omdat de bevolking nog steeds toeneemt. In 2009 werd echter flink op deze uitgaven beknibbeld. Het volume was toen 1,8 procent kleiner dan een jaar eerder. De consumptie van duurzame goederen nam toe met 1,5 procent. Bijna een vijfde deel van de bestedingen van huishoudens gaat op aan deze goederen, die bij uitstek gevoelig zijn voor schommelingen in de conjunctuur. Huishoudens zien bij tegenslag af van de aanschaf van duurzame goederen of stellen de aankoop hiervan uit. Bij voorspoed kunnen ze zich daarentegen meer luxe permitteren en dan stijgen dze uitgaven ook meer dan gemiddeld. In 2009 daalde de duurzame consumptie met 7 procent. De consumptie van de overige goederen, waaronder bijvoorbeeld de motorbrandstoffen, steeg met 1,6 procent. De consumptie van diensten nam in 2010 licht toe, 0,6 procent. Tot deze consumptiecategorie behoren onder meer uitgaven aan huisvesting, medische zorg, verzekeringen, bus en trein, bioscoop en theater, telefonie en uitgaven in de horeca. De bestedingen aan medische diensten en welzijnszorg namen met 4,1 procent het meest toe, onder meer doordat huishoudens meer zijn gaan betalen voor kinderopvang. Op uitgaven in de horeca werd juist stevig bezuinigd. Huishoudens besteedden 2,7 procent minder in deze branche dan een jaar eerder. In 2009 was er al een daling van 8,0 procent.
Referenties
- CBS (2011). StatLine: Goederen en diensten; consumptie. CBS, Voorburg/Heerlen.
Relevante informatie
- Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid, 2005-2021
- Nationale rekeningen (toelichting)
- Meer informatie over de consumptieve bestedingen is de vinden in De Nederlandse economie 2010 en op StatLine (CBS).
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Consumptieve bestedingen
Omschrijving
De ontwikkeling van de consumptieve bestedingen door huishoudens
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Zie begrippenlijst op www.cbs.nl: consumptieve bestedingen
Basistabel
StatLine: Goederen en diensten; consumptie
Geografisch verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Meer informatie: ThemabeschrijvingClassificatie van Producten naar ActiviteitBegrippen.
Opmerking
Doordat geen sluitende vertaling gemaakt kan worden van de economische sectoren zoals het CBS die waarneemt naar de doelgroepen of milieubeleidsectoren, omvat een aantal van de gepresenteerde doelgroepen/sectoren een bredere economische sector.Er heeft onlangs een herberekening (een zogenaamde revisie) plaatsgevonden van de statistiek van de Nationale rekeningen. De cijfers over de voorgaande jaren zijn teruggerekend tot 1969.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
- Consumptieve bestedingen, 2005-2021 (actuele versie , 19 okt 2022 )
- Consumptieve bestedingen, 2005-2020 (v21 , 15 okt 2021 )
- Consumptieve bestedingen, 2005-2019 (v20 , 18 jan 2021 )
- Consumptieve bestedingen, 2005-2018 (v19 , 29 jan 2020 )
- Consumptieve bestedingen, 2005-2017 (v18 , 22 nov 2018 )
- Consumptieve bestedingen, 1995-2016 (v17 , 10 okt 2017 )
- Consumptieve bestedingen, 1995-2014 (v16 , 21 mrt 2016 )
- Consumptieve bestedingen, 1995-2013 (v15 , 11 dec 2014 )
- Consumptieve bestedingen, 1995-2012 (v14 , 24 mrt 2014 )
- Consumptieve bestedingen, 1995-2011 (v13 , 26 feb 2013 )
- Consumptieve bestedingen, 1995-2010 (v12 , 02 nov 2011 )
- Consumptieve bestedingen, 1990-2009 (v11 , 26 okt 2010 )
- Consumptieve bestedingen, 1990-2008 (v10 , 02 mrt 2010 )
- Consumptieve bestedingen, 1990-2007 (v09 , 14 nov 2008 )
- Consumptieve bestedingen, 1990-2006 (v08 , 18 dec 2007 )
- Consumptieve bestedingen, 1995-2005 (v07 , 08 sep 2006 )
- Consumptieve bestedingen, 1995-2004 (v06 , 27 sep 2005 )
- Consumptieve bestedingen, 1995-2003 (v05 , 13 sep 2004 )
- Consumptieve bestedingen, 1995-2002 (v04 , 10 okt 2002 )
- Consumptieve bestedingen, 1995-2001* (v03 , 10 okt 2002 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2011). Consumptieve bestedingen, 1995-2010 (indicator 0032, versie 12 , 2 november 2011 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.