Consumptieve bestedingen, 2005-2021

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2021 is de consumptie door huishoudens met 2,9 procent toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor.

    2005 2010 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021*
                     
    volume-index (2015=100)            
                     
Voedingsmiddelen 87,5 92,0 100 101,6 104,0 105,7 106,4 115,6 116,9
Dranken 89,9 96,9 100 99,3 98,1 97,7 95,2 106,9 108,8
Tabak 145,6 131,3 100 98,6 97,6 96,3 93,4 91,8 87,9
Duurzame consumptiegoederen 91,2 100,8 100 100,4 104,6 109,9 112,2 112,8 116,4
w.o. Elektrische apparatuur 59,1 87,5 100 100,7 106,7 113,6 120,3 130,5 133,4
  Vervoermiddelen 128,1 123,5 100 97,2 96,2 109,3 109,0 109,6 110,0
Energie, water en motorbrandstoffen 112,5 109,9 100 102,4 102,0 102,9 100,6 95,4 98,9
w.o. Energie en water 122,5 116,3 100 102,2 100,0 101,0 97,3 97,8 109,0
  Motorbrandstoffen 105,2 104,3 100 102,5 103,7 104,6 103,4 93,0 89,9
Producten voor persoonlijke verzorging 107,4 95,4 100 101,6 103,9 103,6 104,4 103,4 109,3
Overige goederen 109,9 105,2 100 99,5 101,6 102,4 103,1 103,8 108,2
Totaal diensten 100,0 97,7 100 101,7 103,9 106,3 107,9 95,1 98,2
                     
Consumptieve bestedingen door                  
Huishoudens 1) (binnenlands) 98,4 99,1 100 101,4 103,6 106,2 107,4 101,1 104,0
Werkelijke individuele consumptie 93,3 99,8 100 101,1 103,0 105,2 106,8 101,9 106,4
                     
Bron: CBS                 CBS/okt2022
1) Inclusief instellingen zonder winstoogmerk (IZW) ten behoeve van huishoudens.          
* Voorlopig cijfer.                  

Consumptie huishoudens neemt toe met 2,9 procent

Binnenlandse huishoudens hebben in 2021 ruim 2,9 procent meer besteed dan een jaar eerder. In 2020 was er nog sprake van een krimp van 5,9 procent. In 2021 werd 11,4 procent meer uitgegeven aan energie en water doordat het kouder was dan het jaar ervoor en er daardoor meer gas werd verbruikt.
Met het loslaten van de coronamaatregelen en het op stoom komende vaccinatieprogramma hebben consumenten ook meer besteed aan kleding, schoenen en producten voor persoonlijke verzorging dan in 2020 toen de consumentenuitgaven krompen dan wel amper groei kenden.
Ook de consumptie van diensten is in 2021 met 3,3 procent toegenomen tegen een afname van 11,9 procent in het jaar ervoor. Toen besteedden consumenten vooral minder aan diensten en meer aan goederen als elektronica en werden meer voedingsmiddelen en dranken thuis genuttigd. Geleidelijk aan werden coronamaatregelen afgebouwd en ging men weer naar restaurants, theaters, pretparken, sportscholen en voetbalwedstrijden. Daarnaast werd weer meer met het vliegtuig en het openbaar vervoer gereisd. Ook de cultuur- en recreatiesector en de horeca werden weer toegankelijker.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Consumptieve bestedingen
Omschrijving
De ontwikkeling van de consumptieve bestedingen door huishoudens
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Zie begrippenlijst consumptieve bestedingen
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Opmerking
Er heeft in 2018 een herberekening (een zogenaamde revisie) plaatsgevonden van de statistiek van de Nationale rekeningen. De cijfers over de voorgaande jaren zijn teruggerekend tot 1995.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
23
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Consumptieve bestedingen, 2005-2021 (indicator 0032, versie 22,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.