NAMEA: herkomst en bestemming van stoffen voor 2001*

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

 CO2N2OCH4CFK'sNOxSO2NH3PNAfval 1)
    halonen      
           
 miljoen kg 1 000 kgmiljoen kg    
Herkomst van stoffen
Emissie door consumenten (1)37 66712035801991135 550
Emissie door producenten (2)172 62947564147555185139777479 600
Overige herkomst binnenland (3)1 107-390251--614 
           
Totale emissie ingezetenen211 402489742076361861479287415 150
(4=1+2+3)
           
Uit het buitenland (5)    103592517365.
           
Totaal (6=4+5)211 402489742077392451731091 23915 150
           
Bestemming van stoffen          
Opname door producenten (7)       211185 000
Naar het buitenland (8)    6351827518595.
           
Bijdrage aan milieuthema's           
(9=6-7-8)          
Broeikaseffect211 40248974       
Aantasting ozonlaag   207      
Verzuring    1056498   
Vermesting       70526 
Afvalbeheer         10 150
           
Totaal (10=7+8+9)211 402489742077392451731091 23915 150
           
Bron: CBS (2002).CBS/MC/okt02
1) Gegevens hebben betrekking op het jaar 2000.

Herkomst en bestemming van stoffen

De tabel bevat een sluitende beschrijving van de herkomst en de bestemming van stoffen. Algemeen kan men stellen dat de producenten een duidelijk grotere bijdrage leveren dan de consumenten. Een uitgebreider overzicht is te vinden in de publicatie Nationale rekeningen van het CBS (CBS, 2002).

Methodiek: herkomst van stoffen

De herkomst van de emissies is onderverdeeld in drie categorieën. De eerste categorie (1) geeft de emissies weer door consumenten. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen de emissies die het gevolg zijn van eigen vervoer en overige consumptie. De tweede categorie (2) geeft de emissie weer van producenten, verbijzonderd naar economische activiteiten zoals die worden onderscheiden in de NAMEA. Emissies als gevolg van transport vinden plaats bij iedere bedrijfstak en worden meegenomen in de totalen per economische activiteit. De derde categorie (3) beschrijft de emissies die niet kunnen worden toegerekend aan consumptie of productie. Naast afvalstortplaatsen worden hier de transportverschillen onderscheiden. De emissies van afvalstortplaatsen zijn voor een groot deel het gevolg van in het verleden gestort afval. Het is onduidelijk hoe deze in het actuele jaar moeten worden toegerekend aan economische activiteiten. De eerste drie categorieën tezamen vormen de totale emissie door ingezetenen (4).Belangrijk verschil met de totale emissies op Nederlands grondgebied (6) is dat de emissies als gevolg van internationaal transport zijn meegerekend. Bij de emissies uit het buitenland (5) wordt onderscheid gemaakt tussen emissies door niet-ingezetenen in Nederland, dit zijn buitenlanders die in Nederland vervuilen, en vervuilende stoffen die via het water of de lucht Nederland binnenkomen. Beide categorieën worden echter niet meegerekend als ze betrekking hebben op de milieuthema's Broeikaseffect en Aantasting ozonlaag. Deze indicatoren hebben uitsluitend betrekking op de Nederlandse bijdrage aan deze mondiale problemen. Een uitgebreidere tabel over de herkomst van de stoffen is ook beschikbaar.

Methodiek: bestemming en bijdragen van de stoffen aan milieuthema's

De emissies komen uiteindelijk op verschillende plaatsen terecht. Allereerst wordt een deel van de emissies weer in het productieproces opgenomen (7), bijvoorbeeld door milieureinigingsbedrijven die afval verwerken of afvalwater zuiveren of door de landbouw die GFT-afval in het productieproces inzet. Daarnaast wordt een deel van de vervuiling naar het buitenland gebracht (8) via de lucht of via uitstroom van rivieren naar zee. Ook worden hier de emissies die Nederlandse ingezetenen in het buitenland veroorzaken, voorzover het om emissies gaat die bijdragen aan nationale problemen, weergegeven. Door deze twee categorieën van de totale emissie van stoffen af te halen resteert het deel dat een bijdrage aan de milieuthema's levert (9=6-7-8). Een uitgebreidere tabel over de bestemming en de bijdragen van de stoffen aan milieuthema's is ook beschikbaar.

Bronnen

  • CBS (2002). Nationale Rekeningen, 2001. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
  • Verduin, H. (1999). Integration of energy statistics in the National accounts. Eurostat report, concerning the project entitled: "the further development of the NAMEA and its application in the Netherlands", module 1, ref.num.: 98/562/2040/b4/mm. Eurostat, Luxemburg.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). NAMEA: herkomst en bestemming van stoffen voor 2001* (indicator 0212, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.